punt het woord verlangt.
Het raadslid Janssens vraagt wat de reden is van de ver
daging van de beslissing van het raadsbesluit tot grond
aankoop van Mevr.Plompen.
De Voorzitter antwoordt, dat de reden hem niet bekend is.
In het besluit van G.S. is vermeld, dat een terzake in te
stellen onderzoek nog niet beëindigd is.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken
voor kennisgeving aangenomen.
IV« Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling
van de verordening tot 1e wijziging van de Verordening tot
regeling van de bezoldiging van de ambtenaren in dienst
der Gemeente Putte.
Na de mededeling van de Voorzitter, dat het hier een aan
passing aan de rijkssalarissen per 1 juli 1971 betreft,
wordt zonder hoofdelijke stemming tot de vaststelling van
de onderhavige verordening besloten.
VVoorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling
van de Verordening tot wijziging van het Algemeen Ambte
narenreglement voor ambtenaren in dienst der Gemeente Putte.
De Voorzitter deelt mede, dat het -hier een aanpassing van
de vakantietoelage aan de rijksregeling betreft.
Zonder hoofdelijke stemming wordt tot vaststelling van de
in concept aangeboden verordening besloten.
VIVoorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van
grond.
a. Terugkoop bouwgrond van J.J.de Neve
Aan de hand van het prae-advies van B geeft de Voor
zitter een korte toelichting. Hij zegt, dat het de terug
koop van een destijds aan J.J.de Neve verkocht perceel be
treft tegen de destijds betaalde koopsom van 11.440,
Hij stelt, dat de kosten van de terugkoop echter voor re
kening van de verkoper zijn en dat zich een andere koop
gegadigde heeft gemeld.
Het raadslid van Linden zegt uit de stukken te hebben ge-
merktdat het grondperceel destijds is verkocht voor een
bedrag van 11.440,en hoewel het een ongewijzigd per
ceel is, er twee verschillende oppervlaktes zijn en wel
484 m2 en 520 m2. Hij stelt, dat ook op de situatieteke
ning het perceel hetzelfde is. Hij vraagt waar het prijs
verschil van 2.600,in zit en stelt, dat de gemeente
hier als bemiddelaar optreedt.
De Voorzitter antwoordt, dat bij een latere kadastrale op
meting is gebleken, dat de werkelijke grootte van het onder
havige perceel 484 m2 bedroeg.
Het raadslid van Linden vraagt nogmaals waar nu het verschil
en het meerbedrag van 2.600,in zit.
De Voorzitter antwoordt, dat het in de laatstelijk door de
raad vastgestelde grondprijs zit.
Secretaris van Kaam merkt op, dat de algemene verkoopvoor-
waarden,met betrekking tot de verkoop van het grondperceel
aan J.J.de Neveinhouden dat als betrokkene niet binnen een
bepaalde tijd zal bouwen hij verplicht is om de grond terug
aan de gemeente te verkopen en de daarop vallende kosten
voor zijn rekening zijn. Hij zegt verder, dat nu voldaan
wordt aan de geldende algemene verkoopvoorwaarden en het