Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente
Putte,gehouden op dinsdag 6 juli 1971 ,des avonds om 8 uur ten
gemeentehuize
Aanwezig: H.de Bruijn en J.R.de Lightwethouders,alsmede de
raadsleden L.Buijs,J.R.Sluijts,H.Bensbach,P.C.van Linden en A.
j.janssens.
Voorzitter: G.J.A.Manders, Wnd.burgemeester
Secretaris: A.C.van Kaam, Wnd. secretaris.
Notulist L.Hendriks, commies ter secretarie.
I. Opening.
De Voorzitter opent de vergadering met gebed en heet daarna
de aanwezigen hartelijk welkom. Hij deelt mede,dat het voor
hem de eerste vergadering is,die hij mag leiden en vertrouwd',
dat men de belangen van de gemeente zal dienen.Hij zegt,dat
van zijn kant daarvoor alle openhartigheid en medewerking kan
worden verwacht. Vervolgens stelt hij aan de orde:
II. Vaststelling van de notulen van de raadsvergaderingen van 3
mei,7 mei en 27 mei 1971.
De Voorzitter vraagt of er op of aanmerkingen op de notu
len zijn en wie daarvoor het woord verlangt.
Het raadslid Bensbach merkt op,dat de notulen van de laatste
twee vergaderingen van juni ontbreken. Hij zegt,dat destijds
is afgesproken,dat de notulen van de vergadering in de daar
opvolgende vergadering ter vaststelling zullen worden aange
boden.
De Voorzitter antwoordt alle begrip voor het opgemerkte te
hebben en het ook zaak is om de notulen zo spoedig mogelijk
ter vaststelling aan te bieden.Hij zegt zijn best er voor te
zullen doen om de notulen tijdig aan de raadsleden te doen
toekomen.
Ten aanzien van het vermelde in de notulen van 3 mei 1971
merkt het raadslid Janssens op,dat op bladzijde 13 voorkomt
De voorzitter stelt,dat aan het laatste wel is gedacht" en
dat "niet is gedacht moet zijn.
De Voorzitter zegt niet te weten wat de voorzitter heeft ge-
zegdHij meentdat het niet veel terzake doet Hij zegt toe,
dat het opgemerkte in de volgende notulen zal worden vermeld.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen ongewijzigd
vastgesteld.
III. Ingekomen stukken.
De Voorzitter geeft voorlezing van onderstaande ingekomen
stukken
a)Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 16
juni 1971,houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot af
sluiting van een vaste geldlening met de Bank van Neder-
landsche Gemeenten:
b)Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 23
juni 1971,houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot
vaststelling van het kasgeldleningenbesluit gedurende de
periode 1 juli tot 1 oktober 1971; en
c) Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 23
juni 1971,betreffende de onthouding van goedkeuring aan de
2e begrotingswijziging 1971 (Bouw en inrichting 4-klassige
openbare school voor basisonderwijs).
De Voorzitter vraagt of iemand over dit punt het woord ver-
langt
Het raadslid Bensbach merkt met betrekking tot het onder
III,punt 0 vermelde besluit van Gedeputeerde Staten tot
ont-