Notulen van de bsloten vergadering van de Raad der
gemeente Putte, gehouden op vrijdag 4 juni ten ge-
meentehuize
Aanwezig: de heren H.de Bruijn, voorzitter, J.R.C. de
Lightwethouder, J.R.Sluijts, L.J.Buijs,
P.C. van Linden, H.Bensbach en A.J.Janssens,
leden alsmede A.C.J.van Kaam, wnd.gemeente
secretaris
Notulist: Gr.C.J. van Linden
De Voorzitter opent de vergadering en stelt aan de orde
de vaststelling van de notulen van de besloten vergaderinge
van 4/2-'69, 9/4-,69, 27/6'69, 30/5-'69, 14/8-69, 16/9-f 69
26/9-169, 18/11-169, 21/8-t70, 8/l0-'70, 9/11-'70, 1/12-'70
18/1-f 71 en 21/1 «71
Hij stelt, dat dit punt niet op de agenda staat vermeld,
maar veronderstelt dat de raadsleden de stukken wel hebben
ingekeken.
Het raadslid Bensbach zegt geen op-of aanmerkingen op de
notulen te hebben. In grote lijnen is hij het er wel mee
eens. Hij stelt, dat hij heeft begrepen, dat de raad thans
het gehele pakket notulen vast heeft te stellen. Hij stelt
voor dit in het vervolg regelmatiger te doen.
De heer van Kaam deelt mede, dat het inderdaad in de be
doeling ligt om in het vervolg de notulen regelmatiger
aan de raad ter vaststelling aan te bieden.
De Voorzitter is het met de heer Bensbach eens maar zegt,
dat deze notulen voornamelijk te lang bij de burgemeester
zijn blijven liggen.
Het raadslid Bensbach stelt dat dit op deze manier zowel
voor het bestuur als voor het personeel remmend werkt en za
graag hierin verbetering gebracht.
De heer van Kaam verwijst in deze nog naar de drukte aan
het loket in verband met de afgifte van visakten.
Het raadslid Janssens verwijst naar de notulen van 18
januari 1971 bladzijde 5, waarin is gesteld dat Wethouder
de Light heeft gevraagd omtrent het woonwagenkamp in de
Postbaan.
,/ethouder de Light repliceert, dat dit geen vraag was.
Het raadslid Janssens zegt, dat het zo in de notulen
staat
Wethouder de Light antwoordt, dat het raadslid Bensbach
dit heeft voorgesteld.
Het raadslid Bensbach stelt, dat hij heeft voorgesteld
om de woonwagens aan de overkant te plaatsen. Hij stelt
dat hieruit weer blijkt, dat de informele besprekingen
weinig waarde hebben.
De Voorzitter betwist dit. Hij stelt, dat het wel eens zo
zal zijn dat B W niet precies volgens de afspraken met
de raad handelen maar de grote lijnen toch wel aanhouden.
Het gaat meer om de richtlijnen.
Het raadslid Bensbach stelt, dat het juist om deze richt
lijnen gaat. Hij stelt, dat wanneer men in voorbespre
kingen tot bepaalde richtlijnen komt, dat deze dan ook
in principe moeten worden uitgewerkt zoals de raadsleden
hierin zijn gehoord, tenzij zich bijzondere omstandigheden
voordoen.
Het raadslid Sluijts vraagt of hier het woonwagenkamp wordt
bedoeld.
Het raadslid Bensbach zegt, dat hij dit in het algemeen
bedoeld en niet speciaal voor het woonwagenkamp. Hij stelt,
dat burgemeester Boudrie ook in de voorbesprekingen de
gevoelens der raadsleden aftastte en noemt dit een normale
werkwijze. Van de andere kant verwachten wij, dat er dan