-H- Het raadslid Janssens zegt, dat eerst de kwestie van de stank werd betwist. Thans wordt door iedereen toegegeven dat het wel stinkt. Hij maakt in dit verband ee'n opmerking aan het adres van de heer van Poppelen, dat deze misschien naar een specialist is geweest om zijn neus te laten nakijken De heer van Ponoelen verzoekt het raadslid Janssens om zijn neus hier buiten te laten. Het raadslid Janssens stelt, dat het verkeer op de Antwerpse straat nu de busroutes zijn verlegd overbelast is. Hij vraagt of het mogelijk is om een parkeerverbod op te leggen al is het maar beurtelings aan één zijde van de straat. De Voorzitter antwoordt, dat dit voor de plaatselijke middenstand bezwaarlijk zal zijn. Het raadslid Janssens verwijst naar het parkeerterrein. In de grote steden legt men een blauwe zone aan, waarmede de middenstand zelfs gelukkig is. De Voorzitter antwoordt, dat dit hier niet het geval zal zijn. Het raadslid Janssens concludeert hieruit, dat de midden- standers voor het gemeentebestuur meer waard zijn dan de mensen die te pletter gereden worden. De Voorzitter zegt, dat het raadslid Janssens niet moet overdrijven. Het raadslid Janssens geeft het voorbeeld bij de Spar en zegt nogmaals, dat de middenstanders hoger worden aangeslagen dan de bevolking. De Voorzitter antwoordt, dat met iedereen rekening wordt gehouden. Het raadslid Janssens stelt verder, dat café "De Hoorn" het gehele trottoir beslaat en vraagt of deze vergunning heeft gekregen om deze schotten te plaatsen. Wethouder de Light suggereert, dat dit waarschijnlijk eigendom zal zijn. Het raadslid van linden weerlegt dit. De Voorzitter deelt mede, dat deze vergunning zal zijn ver leend door de provincie. Het raadslid Janssens informeert of men dan geen bezwaar kan inbrengen bij Ir.Jansen van de Provinciale Waterstaat. De Voorzitter stelt, dat dit wel mogelijk is. Hij zegt echter niets te kunnen garanderen. Hij zegt toe contact op te nemen met dhr.Jansen. Het raadslid Janssens vraagt verder of het niet mogelijk is om de wekelijkse markt te verplaatsen naar een marktplein, daar de mensen in de St.Dionysiusstraat reeds 5^6 jaar enorme last van deze markt ondervinden. De Voorzitter antwoordt, dat verplaatsing niet in het voor deel van de markt zou zijn. Het raadslid Janssens zegt, dat het hem bekend is dat veel mensen in de St.Dionysiusstraat tegen de markt zijn. Hij wil desnoods wel handtekeningen verzamelen. Tenslotte stelt hij, dat de middenstanders toch meer waard zijn. De Voorzitter antwoordt, dat dit geen rol speelt. Het raadslid van linden zegt, dat het voor de mensen diyp naar de markt gaan onverschillig is waar ze naar toe moxen komen. Ze weten dat er markt is en komen er toch wel naar toe. Hij is ook voor verplaatsing naar een plein. De Voorzitter antwoordt, dat de mensen het nu eenmaal ge wend zijn en stelt, dat verandering niet bevorderlijk zal zijn. Hij zegt echter toe deze zaak intern te zullen be kijken en hierover zijn gedachten te laten gaan. Het raadslid Bensbach zegt nog even terug te rillen komen op de uitrit aan de Breestraat bij café De Hoorn.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 115