het gebouw heen aan te sluiten op de riolering in de
Antwerpsestraat. De Credietbank heeft er echter de voor
keur aangegeven door de tuin via de Klavetterstraat aan te
sluiten op de riolering. Dit is ook een vrij duur geval
geweest. Het doet echter niets aan de zaak af, dat zij
toch aansluitbaar waren.
Het raadslid Bensbach vindt, dat hier toch wel verschil
in zit.
De Voorzitter zegt, dat men hier de lijn strak moet door
trekken. Hij vraagt zich af waar anders het begin en het
einde zijn.
Het raadslid Bensbach vraagt hoe de andere woningen aan de
Anjerstraat zijn aangesloten
De Voorzitter antwoordt, dat dit ook langs de achterzijde
is gebeurd.
Het raadslid Bensbach stelt tenslotte voor met de heer
Simons een compromis te sluiten v.w.b. de aansluitkosten.
Hij ziet de belastingplicht ook wel maar vraagt het college
voor de meer kosten van aansluiting een oplossing te zoeken.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer Simons daartoe een ver
zoek bij de gemeente kan indienen en dat deze zaak door het
College in welwillende overweging zal worden genomen.
Het raadslid Bensbach continueert met het bezwaarschrift in
gediend door de heer van Beeck, Breestraat 19» welke mo
menteel is verhuisd naar Hoogerheide. Dit is een normaal
geval en het bezwaarschrift behoort derhalve ook ongegrond
te worden verklaard.
Verder informeert het raadslid Bensbach hoe het pand van
de heer Verheezen aan de Grensstraat is aangesloten.
De Voorzitter antwoordt, dat dit op de belgische riolering
is gebeurd. Hij deelt thans mede, dat het College voorstelt
om deze belastingplichtige ontheffing te verlenen van het
zuiveringsrecht
Het raadslid Bensbach informeert verder nog naar de inhoud
van dit bezwaarschrift.
De Voorzitter antwoordt, dat dit gericht was tegen de totale
aanslag.
Het raadslid Bensbach informeert of voor al deze mensen in
de Grensstraat die op de belgische riolering zijn aange
sloten deze ontheffing van zuiveringsrecht geldt.
De Voorzitter zegt, dat dit inderdaad het geval is.
Het raadslid Janssens stelt, dat Simons destijds toch kon
aansluiten. Hij vraagt wanneer de riolering in de Pastoor
straten is aangelegd.
De Voorzitter deelt mede, dat dit in 1964 is geschied.
Het raadslid Janssens stelt, dat Simons in 1966 heeft ge
bouwd en derhalve kon aansluiten. Hij zegt het echter niet
te kunnen begrijpen waarom de riolering niet door de greppel
in de Breestraat is gelegd.
Het raadslid Buijs deelt mede, dat deze greppel maar tot de
hoek liep.
Het raadslid Janssens vraagt waarom de riolering niet is
doorgetrokken door de Anjerstraat.
De Voorzitter antwoordt, dat hier de kosten factor heeft
meegespeeld
Het raadslid Janssens stelt, dat Simons thans een leiding
van 50 meter moet aanleggen om aan te sluiten aan de achter
zijde.
9e Voorzitter vraagt hoeveel meter hij dan nodig zou hebben
om langs de voorkant aan te sluiten.
Het raadslid Janssens stelt, dat dit 5 meter zou zijn en
er dus een verschil van 45 meter overblijft.
Het raadslid Buijs opponeert, dat Simons in 1966 via een