1 oktober 1971. Je Voorzitter doet voorlezing van het betreffende prae-advies en vraagt hierna of er terzake iemand het woord verlangt. Nadat niemand hieraan behoefte heeft, wordt het voorstel van burgemeester en wethouders zonder hoofdelijke stemming vast gesteld. V. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de vergoeding: ex.art.101 der Lager Onderwijswet 1920 t.b.v. de StAloysiusschool over 1970. Na voorlezing van het prae-advies door de Voorzitter wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders besloten. VI. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de vergoeding voor een vakleerkracht aan de St.Aloysius school over 1970. Ne Voorzitter deelt mede, dat het hier hetzelfde besluit be treftals bedoeld onder agendapunt V met dien verstande, dat het hier betreft de vergoeding voor de vakleerkracht. Het raadslid van hinden informeert welke vakleerkracht het hier betreft. Ne Voorzitter deelt mede, dat dit Mej.Sloven is. Hierna informeert het raadslid van linden hoe de wekelijkse klokuren zijn vastgesteld. Je Voorzitter antwoordt, dat hij van mening is, dat dit klok uren zijn van 60 minuten. Nadat geen der overige raadsleden terzake het woord verlangt, wordt het voorstel van burgemeester en wethouders zonder hoof delijke stemming vastgesteld. VII. Voorstel van burgemeester en v/ethouders tot aankoop van grond. Je Voorzitter doet voorlezing van het betreffende prae-advies tot aankoop van grond gelegen aan de Herenbaan van de heer Peeters en vraagt hierna of iemand der raadsleden terzake het woord verlangt. Het raadslid Janssens vraagt wat de bedoeling is van deze aan koop. Zijns inziens ligt deze grond ver van het dorp en hij vraagt zich dan ook af wat de gemeente hier mee kan doen. Je Voorzitter antwoordt, dat deze grond aansluit op het plan Hogebergdreef I. Hij stelt, dat deze aankoop met de stedebouw- kundige van de gemeente is besproken en dat er plannen zijn om een tweede bungalowwijk hier te projecteren. Het raadslid Bensbach concludeert uit de stukken, dat de to tale prijs is te stellen op 48.496,en wel de aankoopprijs der grond op 27.712,en voor pachtschade en bedrijfsschade op 20.784, Hij vraagt waarom hier geen taxatie-rapport is overgelegd. In het verleden zijn hier al meer moeilijkheden mee geweest. Hij heeft destijds al verzocht om in het vervolg taxatie-rapporten bij te voegen. Dit geeft voor de raadsleden ook meer inzicht in deze zaken, daar deze bedragen flink uiteen kunnen lopen. Hij stelt, verder, dat deze grond thans nog geen bestemming heeft en veel te ver verwijderd ligt om aan te sluiten op het plan Hogeberg I. Je Voorzitter antwoordt, dat dit niet één plan zal gaan vormen. Voor deze grond zal een nieuw plan worden ontworpen en hij ver wacht, dat binnen een periode van 2 of 3 jaar hieraan de juiste bestemming zal zijn gegeven. Hij stelt verder, dat het in het belang van de gemeente is om deze grond nu reeds aan te kopen daar de grondprijzen nog steeds oplopen. Daarnaast kan deze grond altijd voor ruilobject dienen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 103