-6- Het raadslid Bensbach zegt dat deze 11 woningwetwoningen 2000,-- duurder zijn dan die gebouwd aan de Schaepnanstraat De Voorzitter zegt, dat dit best mogelijk is. Het raddslid Janssens informeert of de aanneemsom vast staat, of dat hieraan ook een risicoregeling is verbonden. De Voorzitter antwoordt dat de aanneemsom vast staat. Het raadslid van linden vraagt of de bouwkosten 340.000,zijn. De Voorzitter zegt dat dit ongeveer juist is. Overeenkomstig de aangeboden concepten wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming besloten over te gaan tot vaststelling van de aangeboden begrotingswijzigingen. 10Voorstel van Burgemeester en Vfethouders tot beschikbaarstelling y.Q-fl- sea krediet ten behoeve van de verharding van de DToordweg en Kronmeweg. 23e begrotingswijziging 1970) De Voorzitter doet voorlezing van het prae-advies en vraagt of iemand der raadsleden net betrekking tot dit agenda-punt nog het woord verlangt. Het raadslid Janssens informeert of de Kronmeweg geasfalteerd wordt Wethouder de Light antwoordt dat dit wel in de bedoeling ligt. Het raadslid van Linden informeert waarvoor de 80 ton mijnsteen, welke op de begroting zijn geraamd, moeten dienen. De Voorzitter deelt mede, dat deze mijnsteen wordt gebruikt om eerst de weg effen te maken, waarna een asfaltlaag kan worden opgebracht Het raadslid van linden informeert verder of de Noordweg en de Kronmeweg dezelfde behandeling zullen ondergaan. De Voorzitter beaamt dit. Het raadslid van linden vraagt nog tot hoe ver 'deze wegen zullen worden geasfalteerd. Wethouder de Light antwoordt, dat de Kronmeweg zal worden geasfal teerd tot het huis van de Gebr. van Beeck en de Hoordv/eg geheel dus tot aan de vijver. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11Voorstel van .Burgemeester en Wethouders tnt vaststelling van een kasgeldleningenbesluit voor de periode 1 oktober 1970 tot 1 ianu- ari 1971 u De Voorzitter doet voorlezing van het prae-advies en deelt de raad mede, dat het hier het gebruikelijke 3-maands kasgeldleningen- besluit betreft. Door huiselijke omstandigheden is het voorstel deze keer iets overtijd. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. V°'Qrs"kel va-n Burgemeester en 'Wethouders tot vaststelling van het bedrag per leerling-over 1971. bedoeld in artikel 101 der Lager-Onderwijswet 1920. De Voorzitter stelt de raad voor conform het prae-advies het be drag per leerling ex.art. 101 der 1.0.-Wet 1920 voor 1971 vast te stellen op ƒ.130, Het raadslid Janssens zegt met het voorstel niet accoord te gaan. Hij stelt, dat de gemeente wel voor meer dan 1 miljoen gulden gronden aankoopt, maar voor het onderwijs niet bereid is aan de wensen van het schoolbestuur tegemoet te komen. Hij stelt, dat men op deze manier teruggaat naar de tijd van vroeger toen de bur gemeester de mensen don hield en de pastoor arn. Hij stelt voor het bedrag per leerling vast te stellen op 150, De Voorzitter antwoordt, dat men de boel niet door elkaar moet halèn en geeft een uiteenzetting van investeringen welke via de kapitaaldienst en uitgaven welke via de gewone dienst der ge meentebegroting worden betaald.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1970 | | pagina 94