16
verzonden zijn en of dèe worden ingetrokken en dat geldt voor
iedereen en welke maatregelen er nu worden getroffen om grond-
speculaties tegen te gaan.
De Voorzitter geeft enigzins toe, dat de verordening over
haast is vastgesteld en niemand daarvan de conseqenties heeft
voorzien. Ten aanzien van de opgelegde en verzonden aanslagen
wordt eerst het besluit van de raad afgewacht, waarna aan het
Ooilege van B en W. de uitvoering en beoordeling is en zijn
gedachten uitgaan om de zaak voorlopig te seponeren en geen
uitvoering aan verordeningsmaatregelen te geven maar wel de
voorgeschreven waarschuwingen te laten doorgaan» Over het
opgemerkte ontrent grondspeculaties stelt hij, dat voor nieuwe
wijken,, zoals in de nota vermeld een nieuwe belastingverordening
maar dam gebaseerd op artikel 282 der gemeentewet, vastgesteld
zal moeten worden. Hoe een en ander voorgronden in de bebouwde
kom dan zal moeten komen te liggen, zal nog een grondige studie
eisen, waarvoor aan een nieuwe belastingcommissie gaarne
medewerking tijd en speciale aandacht zal worden gegund.
Het raadslid van linden en het raadslid Sluijts zeggen met.de
nota in te stemmen.
Het raadslid Buijs zegt het ook met de nota eens te zijn maar
merkt op, dat als het in 1966 alleen de bedoeling was om de
percelen van de familie Buijs aan banden te leggen, het op de bij
de verordening op kaart omlijnde gebied toch niet zo groot
had moeten zijn.
DeVoorzitter antwoordt, dat hij eerder reeds meer percelen
heeft genoemd.
Ook het raadslid Suijkerbuijk alsmede Wethouder de Light ver
klaren zich met de nota akkoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders met algemene stemmen tot in
trekking van de bouwgrondbelastingverordening, met terugwerken
de kracht tot 1 januari 1966, besloten.
Met nadruk stelt de Voorzitter, dat het raadsbesluit tot intrek
king van de belasting de Koninklijke geodkeuring behoeft, en
en de verordening nu derhalve onverminderd van kracht blijft.
XIII Voorst van Burgemeester en Wethouders en het advies van de
commissie ad hoe inzake plaatselijke belastingen inzëke in
trekking rioolbelasting geheven van perceeleigenaren aan de grens
Wier ercelen zijn aangesloten op het Belgidch riolerings
stelsel. (gedeelte Antwernsestrnat-Grensstraat)
De Voorzitter geeft eerst voorlezing van het advies van de
commissie ad hoe en vervolgens van het betreffende prae-advies
van B en W. Hij zegt, dat in tegenstelling met het advies van
de belastingscomraissie wordt voorgesteld om de baatbelasting
te handhaven en op te voeren met een bedrag van 15,per
perceel als onderhoudsrecht, dat financieel wel iets nadeliger
voor de gemeente uitvalt, maar waardoor een algemene lijn van
een vigerend rioolrecht van 50,per perceel voor het riool-
gebied in de gemeente wordt verkregen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders en conform de aangeboden concept
wijziging besloten.
XIV Advies van de commissie ad hoe inzake plaatselijke belastingen
aan de gemeenteraad betreffende wijziging TOn de verordening
op de heffing en invordering van rioolbelasting.
De Voorzitter deelt mede, dat dit punt wegens het voorgenomen
besluit van geen nut meeris en het derhalve maar voor kennis-