13 aanslag volkomen terecht vindt, maar er alleen maar plezier in dit actievoeren heeft.Hij zegt, dat toendertijd het ook reeds een punt van bespreking in het College van B en W. v/as en de aandacht had. Ten aanzien van het opgemerkte, dat de verordening allang herzin, had moeten worden, merkt hij op, dat hij destijds de betreffende circulaire van Gr.S. wel heeft gelezen, maar de huidige verorden!n^g rechtkrachtig was en in de bewuste circulairballeen maar om medewerking van de gemeen tebesturen wordt verzocht. Het opgemerkte omtrent de uitvoering door B en van de verordening acht hij een zaak van de raad, hoewel een besluit van de raad voor tweeërlei inlichten aan leiding kan geven. Het raadslid Bensbaohsteltdat deze zaak nimmer in de raad en ook niet in de commissie aan de orde is gesteld. De Voorzitter antwoordt, dat de raad zelf in die richting ook niets heeft gedaan. Het raadslid Bensbach stelt, dat ondanks herhaald verzoek om een duidelijke omlijnde opdracht de commissie maar een sumiere opdracht heeft gekregen v/aarin vijf ingewikkelde onderwerpen in een tijdsbestek van êên week,,wat dan ook niet als summier kan. Pb Voorzitter antwoordt, dat de eerste vergadering van 11 dec. maar door B en W. als eerste aanloop is genomen en de commissie niet gebonden was aan een datum om klaar te zijn en derhalve had kunnen doorgaan. Hij merkt op, dat de commissie met een duidelijk omschreven opdracht er ook niet uitgekomen zou zijn. Het raadslid Bensbach stelt op, dat de ingrijpend ^wijziging van de verordening dan uit^drukkelijk in de opdracht aan de commissie gesteld had moeten worden. Ten aanzien van het opgemerkte door raadslid Sluijts. stelt de Voorzitter, -dat hij er bij blijft, dat het de raaf- waarvan het een besluit is, en waarin hij zelf geen stem heeï£ is. Van.het bekennen van fouten van B en is tevens ook geen sprake em merkt op, dat de redactie van artikel 2 verschillende wegen laat en dat.het de interpretatie aan B en laat, bestrij hij ten stelligste. Het raadslid Sluijts zegt, dat een lid van de raad er destijds zijn goedkeuring aan heeft gegeven en daarop later niet teriiig wil komen, dan een foutief raadslid is. Het Raadslid Suijkorbuijk stelt, dat de heer Slijts v/el zegt, dat de raad het heeft aangenomen, dat inderdaad v/el zo is, maar de raad hier geen fouten heeft en het in opdracht was vam B en

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1970 | | pagina 46