- 7 -
soonlijk onmogelijk is om zich met allerlei kleine zaken te bemoeien
omdat de grote objecten,waarmee 7 h 8 miljoen gulden zijn gemoeid,al
le zorg en aandacht vragen,, Omtrent het vermelde in de pers dat er
aan het informele contact tussen het College van B.en W* en de raad no
wat zou haperen, zegt hij met nadruk te willen opmerken, dat het gal
beweerde allerminst het geval is en er steeds volop informeel overleg
tussen B. &.W. en de raad is. Hij wijst op het gehouden informeel over
leg over de rioolwaterzuiveringsinstallatiewaarmee een hele avond
was gemoeid alsmede op de bespreking over de zogenaamde vlekke-plan-
nen met de raad en dqfstedebouwkundigeHij stelt,dat men in en met
alles zoveel mogelijk met de raad open kaart wil spelen en het door
de enorme groei van Putte de bedoeling is om de raad nog nauwer in
alle gemeentezaken te betrekken,Hij zegt,dat hij voor grote belangen
van de gemeente kleine zaken moet laten schieten en hij daarvoor ook
de vreemdelingenadministratie al aan de plaatselijke politie heeft
gedelegeerd, waarop hij wijst op de bijzondere prettige medewerking
van de groepscommandant van de rijkspolitie.
raadslid Benshach vindt het een verheugend feit maar wel teleur
stellend dat het nu pas bij het aflopen van de raadsperiode is ingev^g
Hij vraagt zich af, wijzende op de belangrijke funktie van de wet- 1
houders, of deze wethouders er voor in staat zijn om het waar te maken
dat hij wel hoopt. Hij stelt, dat hij een belangrijke portefeuille
mist en wel die van de voorlichting,, Ondanks de eerder gedane toe
zegging aan de raad laat de voorlichting van de bevolking nog veel
te wensen over. Hij zegt verder, dat er nog veel gemeentelijke acti
viteiten en onderwerpen zijn waarvan de bevolking geheel nog niets
van afweet en derhalve onkundig van is, dat herhaaldelijk blijkt.Hij
zou graag zien dat de geregelde uitgifte van een gemeenteblaadje
werkelijkheid wordt.Hij wijst ondermeer op de problemen met de bouw
van het gemeenschapshuis, waar de bevolking vrijwel geen inzicht
of iets van af weet. Hij acht een goede voorlichting aan de bevolking
zeer belangrijk en zegt het zeer op prijs te stellen dat daaraan door
de Voorzitter de nodige zorg en aandacht zal worden besteed.
Voorzitter antwoordt het opgemerkte volledig te kunnen onderschrij-j
ven.Hij zegt, dat over een eertijds uitgegeven blaadje lof is ontvan- j
gen en het verder steeds in zijn gedachten is geweest maar door de
opstapel staande grote plannen achterop is geraakt. Hij stelt,dat er
op de secretarie blijkens een rapport van de Vereniging van Nederland
se Gemeenten een onderbezetting is van 25/£°
Het raadslid Bensbach acht, ondanks de onderbezetting van de secre
tarie, de voorlichting van de bevolking een zeer belangrijke zaak en
vraagt of hoofdcommies van Kaam daarmee niet kan worden belast.
-^e Voorzitter antwoordt, dat de heer van Kaam hem toch al in vele
zaken assisteert en acht het een belangrijke zaak dat zowel de be
volking, als de wethouders en ook de raadsleden in alle zaken worden
betrokken en daarover goed ingelicht zijn.Hij zegt, dat in zijn al
gemene taak de voorlichting wel is inbegrepen en er ook op prettige
en vruchtbare wijze wordt samengewerkt met de hoofdambtena-xren.
XVIII.Rondvraag.
Het raadslid Bensbach meent dat er met de verdeling van leegstaan
de woningen een rare gang van zaken wordt gevolgd. Hij stelt dat de
verdeling c.q_. toewijzing van meer dan.één woning niet tot de com
petentie van B.&.W. maar van de raad behoort. Verder merkt hij op,
dat naar het schijnt het regelmatig voorkomt dat nederlahders die
reeds lang staan ingeschreven voor een'woning en toch plotseling
een belg een woning krijgt.
Hij vraagt of een en ander juist is of dat hij verkeerd is ingelicht.
-^e Voorzitter antwoordt, dat hij eerlijk moet bekennen dat het in
schakelen van de raad als het over 2 of meer woningen gaat, helemaal
uit de tijd is en het bij B.&.W. thuishoort, waaraan het overal is
gedelegeerd. Hij stelt dat het ook alleen maar voor gemeentewoningen
geldt
Het raadslid Bensbach merkt op, dat de gemeente ook voor de woningen
van de' Stichting Steenbergen een aanbeveling doet en de bevoegdheid