Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente
Putte, gehouden op donderdag 9 april 1970 des avonds om 8 uur
ten gemeentehuize.
Aanwezig: H.de Bruyn en J.R.de light, wethouders, alsmede de raads
leden J.R.Sluyts, L.Buys, H.Bensbaeh, G,J.Ivl.Suykerbuyk en P.O.
van linden.
Voorzitter: J.A.M.Boudrieburgemeester - secretaris.
Notulist: 1.Hendriks, commies ter secretarie,
I.Opening.
-^e Voorzitter opent de vergadering met gebed en heet alle aan
wezigen hartelijk welkom en stelt vervolgens aan de orde:
II.Vaststelling notulen van de vergadering van 19 februari 1970.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen ongewijzigd
vastgesteld.
III.Ingekomen stukken.
De Voorzitter geeft voorlezing van ondergenoemde tevens op
de agenda vermelde ingekomen stukken:
acBrief van burgemeester en wethouders, houdende mededeling af
sluiten kasgeldlening ad ƒ.400.000,met N.V. Bank voor Ne
derlandse Gemeenten;
b.Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 18 maart
1970, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 15 december
1969 tot wijziging van de verordening op het beheer van het
woningbedrijf der gemeente Putte;
c.Idem van 18 maart 1970, houdende goedkeuring van het raadsbesluit
van 15 december 1969, tot wijziging van de beheersverordening
van het grondbedrijf;.
d.Idem van 4 maart 1970, houdende goedkeuring van het kasgeldle-
ningenbesluit over het tijdvak van 1 maart tot 1 juni 1970;
e.De Voorzitter deelt verder mede, dat nk de verzending van de
agenda nog is ingekomen de Koninklijke goedkeuring van de Verorde
ning op de Drank- en Horecabelasting.
Op voorstel van de Voorzitter worden de behandelde ingekomen stuk
ken voor kennisgeving aangenomen.
IV.Voorstel van burgemeester en wethouders tot niet ontvankelijk ver
klaring van het bezwaarschrift van H.Lamme tegen rioolbelastingaan-
slag 1968.
Met verwijzing naar het prae-advies van B.&.W. deelt de Voorzitter
mede, dat het bezwaarschrift te laat is ingediend en bij onderzoek
is gebleken, dat het pand van de heer Lamme op 1 januari 1968 wel
aansluitbaar was.
Voorgesteld wordt het. bezwaarschrift niet ontvankelijk en onge
grond te verklaren.
Het raadslid Bensbaeh zegt, het met het voorstel, op grond van het
feit dat het bezwaarschrift te laat is ingediend, eens te zijn maar
met het gestelde omtrent de aansluitbaarheid niet akkoord te zijn.
Hij vraagt wanneer de aangrenzende woningen van de gemeente op de rio
lering zijn aangesloten.
De 'Voorzitter antwoordt, dat voor de gemeentewoningen een ingrijpende
en kostbare verbouwing noodzakelijk was en een vergelijking tussen de
panden die alle aan de voorzijde aansluitbaar waren hier niet geldt.
Het raadslid Bensbaeh zegt het met het gestelde omtrent de aansluit
baarheid niet eens te zijn. Hij stelt dat het ook de gemeentewoningen
betrof en het daar nu langs de achterzijde is geschied. Hij zegt, dat
het aansluitprobleem ook een grote rol ten aanzien van de kostenbespa
ring heeft gespeeld en wellicht de heer Lamme daardoor een afwachtende
houding heeft aangenomen.