wezig was als bezoeker maar dat hij niet voor deze vergadering
was uitgenodigd.
Het raadslid van linden herhaalt dat hem is medegedeeld dat
B&W of 2 Wethouders zouden zijn uitgenodigd.
Wethouder de light antwoordt, dat hem hier niets van bekend is.
Het raadslid Bensbach zegt hierna in te willen haken op hetgeen
de Voorzitter in eerste instantie heeft geantwoord. Hij zegt,
dat de Stichting Putte een zeer nuttige instelling is, maat dat
deze instelling vroeger toen het nog de naam van feestcomité
droeg, werkzaam was om zaken van algemeen belang te regelen,
welke niet door andere verenigingen werden behartigd. Thans is
het dus zo, aldus de heer Bensbach. dat verenigingen welke in
nood zitten bij de Stichting Putte om financiële hulp kunnen aan
kloppen.
De Voorzitter interrumpeert de heer Bensbach hier en stelt dat
hij dit zo niet heeft gezegd.
Het raadslid Bensbach zegt, dat de Stichting wordt gesubsidiëerd
door de gemeente. Als zich gevallen voordoen waarbij een ver
eniging moeilijk komt te zitten, kunnen zij bij de Stichting
aankloppen voor financiële steun. Dit is in het verleden nooit
gebeurd
Hij stelt, dat de Stichting Putse Carnaval verleden jaar 300,—
was toegezegd door de Stichting Putte, maar wanneer het op uit
betalen aankwam, was er niemand thuis.
De Voorzitter vraagt het raadslid Bensbach of hij deze informatie
eenzijdig heeft of dat hij dit ook heeft nagevraagd bij de
Stichting Putte,
Het raadslid Bensbach zegt hierover in het bezit te zijn van de
betreffende correspondentie en leest een schrijven voor van de
Stichting Putte aan de Stichting Putse Carnaval waarin werd
toegezegd dat een bijdrage zou worden verleend van 300,- na
overlegging van de betreffende bescheiden.
De Voorzitter zegt dat na de carnaval de Stichting Putse Carnaval
de financiële bescheiden heeft overgelegd waaruit bleek dat men
met een batig saldo uit de bus is gekomen. Aan de hand hiervan tor
heeft de Stichting Putte waarschijnlijk besloten om het toege
zegde subsidie niet uit te betalen.
Het raadslid Bensbach zegt, dat men hieraan deze wending heeft
gegeven. Hij stelt dat deze 300,— zouden worden gegeven voor
de organisatie van het kindercarnaval.
De Voorzitter antwoordt niet van de betreffende correspondentie
op de hoogte te zijn.
Het raadslid Bensbach zegt, dat het een brief is van 9 oktober
1970. Hij zegt,-dat het in dit schrijven heel anders is gesteld
dan wat er bij de betreffende onderhandelingen was afgesproken.
De Voorzitter antwoordt hierop dat hij een nadere bespreking
afwacht van de Stichting Putse Carnaval. Hij stelt echter, dat
de zaak gezond moet worden opgezet en moet worden gedragen door
de hele gemeenschap. Hij spreekt de hoop uit dat ook deze
Stichting een steuntje in de rug zal krijgen.
Het raadslid Bensbach zegt blij te zijn dit te vernemen. Hij
vervolgt zijn betoog met te stellen dat het niet zijn bedoeling
is om bepaalde verenigingen af te kammen. Hij stelt, dat alle
verenigingen een bijzondere taak vervullen in de gemeenschap
en dat hij niet graag in enig opzicht iemand tekort zou willen
doen. Hij zegt alleen maar moeilijkheden te willen voorkomen
door Jantje meer te geven dan Pietje. Wij moeten er op toezien
dat er geen al te grote verschillen komen. Hij stelt verder,
dat de fanfare in feite toch ook een ontspanningsvereniging is.
De Voorzitter is het hier maar gedeeltelijk mee eens. Hij stelt,
dat het toch niet zo leuke ontspanning is voor de leden van de
fanfare om zoals afgelopen zondag door de gehele gemeente
te moeten lopen.
Het raadslid Bensbach pleit alleen voor een betere verdeling.
Als de fanfare dit bedrag werkelijk nodig heeft, dan moet men