10-
1735,-™ aan aflossingen en rente betalen aan de gemeente,
zodat men van het restant de vereniging het hele jaar draaiende
moet houden.
De Voorzitter stelt, dat dit bedrag aan aflossing en rente hele
maal niet nodig was geweest als de gemeente in het verleden een
ander subsidiebeleid had gevoerd. Hij stelt, dat een gelijke
vereniging in zijn vorige standplaats voor de aanschaffing van
uniformen 4000,— 5. fonds perdu had gekregen van de gemeente.
Tevens deelt de Voorzitter mede, dat de fanfare overeenkomstig
de dienaangaande richtlijnen van de Landelijke federatie zonder
meer recht heeft op 2300,—, waarnaast nog wordt geadviseerd
een bijdrage in de aflossingskosten van geldleningen Stel dat
hiervoor een bedrag aangehouden wordt van de helft dezer kosten
dan zou het subsidie al 3150,-- bedragen.
Voorgesteld wordt een subsidie te verlenen van 2650,zodat
men nog 500,— beneden, de norm zit.
Hierna komt de Voorzitter tot de beantwoording van de vragen
gesteld door het raadslid Janssens. Wat betreft het gestelde met
betrekking tot de subsidiëring van de Stichting Putse Carnaval
neemt de Voorzit eer aan,dat deze vraag inmiddels via het ant
woord aan het raadslid Bensbach voldoende is beantwoord.
Wat betreft de subsidie aan V.V.O.V.waarbij het raadslid Janssens
voorstelt een subsidie te verlenen overeenkomstig de aanvraag
deelt de Voorzitter mede, dat de opgevoerde investeringen voor
filmapparatuur enz. niet in 1 jaar dienen te worden afgeschreven.
Dergelijke investeringen behoren over meerdere jaren te worden
uitgesmeerd. Dit gebeurd ook zo bij de fanfare.
Dan heeft het raadslid Janssens een opmerking gemaakt betreffende
de post van 500,-- voor administratie van het Wit Gele Kruis.
Deze post is de Voorzitter bekend. Dit is bedoeld a^Ls vergoeding
van de administrateur. De Voorzitter vindt het varr*grootste be
lang, dat de boekhouding van deze instelling goed in orde is en
stelt dat de vergoeding hiervoor helemaal niet overdreven is.
Het raadslid Janssens merkt op dat de administrateur toch een
gemeente-rambtenaar is.
De Voorzitter zegt,dat hij precies de spijker op z'n kop slaat.
De Voorzitter alsmede de secretaris en de administrateur zijn
allen gemeente-ambtenaar. De Voorzitter zegt het bijzonder erg te
vinden,dat in een gemeenschap bestaande uit ruim'800 gezinnen
in practisch alle vereningingen de dagelijks bestuurf^-actisss/Wé;?.?
door het overheidspersoneel worden bekleed. Hij zegt over de
hoofden van de raadsleden heen een beroep te willen doen op de
inwoners van de gemeente om overeenkomstig het gezegde van het
raadslid Janssens "hun mouwen eens een keer op te stropen", zodat
men niet steeds bij de verenigingen steeds dezelfde mensen terug
ziet. Hij zegt tenslotte een vergoeding van 500,voor het
bijhouden van de administratie van het Wit Gele Kruis helemaal
niet overdreven te vinden. Vervolgens vraagt de Voorzitter of er
raadsleden in 2e instantie nog het woord verlangen met betrekking
tot de subsidies.
Het raadslid van Linden zegt met betrekking tot de belegde ver
enigingsavond door de Stichting Putse Carnaval wellicht onvol
doende te zijn ingelicht, maar men heeft hem verteld, dat op deze
avond het College van Burgemeester en Wethouders of de 2 Wet
houders waren uitgenodigd.
De Voorzitter antwoordt dat Wethouder de Light aanwezig is geweest
maar dat bij aanvang van de vergadering de deur voor hem was ge
sloten.
Het raadslid van Linden zegt, dat dit absoluut niet het geval is
geweest. Hij stelt dat alle aanwezigen bij aanvang van de ver
gadering rond de tafel hebben plaatsgenomen en dat Wethouder
de Light toen is verdwenen.
Wethouder de Light antwoordt dat hij in desbetreffende café aan-