De Voorzitter is het hier niet mee eens. Moreel is het volgens
U wel zo, dat deze mensen moeten worden vrijgesteld, maar hoe
denkt de rest van de raad hierover, aldus de Voorzitter, Hij
zegt hieromtrent geen enkele toezegging te kunnen doen op dit
ogenblik. Hu speelt alleen de juridische zijde van deze zaak.
Hij zegt dat het raadslid Bensbach op het ogenblik alleen het
College in overweging zou kunnen geven om de verordening te
wijzigen, Juridisch is hier echter op het ogenblik geen andere
v/eg mogelijk dan deze bezwaren ongegrond te verklaren. Moreel
ligt de zaak anders. De Voorzitter zegt verder dat hij geen
dreigementen wil aanvoeren, maar als de raad besluit tot in
trekking van deze aanslagen hij onverwijld artikel 48 der ge
meentewet zal moeten naleven en dit besluit ter vernietiging
aan de kroon zal voordragen.
Het raadslid Bensbach stelt dat men het hierop misschien wel
wil aansturen.
De Voorzitter antwoordt dat de raadsleden ook hun verplichtingen
als raadslid hebben.
Het raadslid Bensbach vraagt zich af of de rechter ook alleen
maar de juridische zijde zal bekijken.
De Voorzitter zegt dat de belanghebbenden altijd het recht
van beroep hebben mits de termijnen maar in acht worden ge
nomen. Hij memoreert hier ook nog de t-fctas politica van De
Montesq/u-eu. Hierna vraagt de Voorzitter of omtrent deze zaak
stemming wordt verlangt.
Het raadslid Bensbach beaamt dit en wordt daarna verzocht het
stembriefje te trekken teneinde te weten bij welk raadslid
de stemming zal aanvangen.
Bij de mondelinge stemming welke hierop volgt stemmen de raads
leden Bensbach, van Linden en Janssens tegen en de raadsleden
de Bruijn, de Light,. Buijs en Sluijts vóór het voorstel van
B&W, zodat het voorstel met 4 tegen 3 stemmen is aangenomen,
7Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de
verordening tot het toekennen van een uitkering-ineens over
het jaar 1970 aan het daarvoor in aanmerking-komend gemeente-
personeel
De Voorzitter doet voorlezing van het prae-advies en deelt de
raad mede, dat het hier betreft de zgn./400,'uitkering, welke
in 2 fasen zal worden uitbetaald overeenkomstig de richtlijnen
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken,
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Burgemeester
en Wethouders met algemene stemmen aangenomen,
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot 16e wijziging
van de begroting 1968.
De Voorzitter doet voorlezing van het prae-advies en zegt dat
het misschien een beetje vreemd klinkt voor mensen welke niet
gewend zijn met dergelijke grote bedragen te cijferen. De wij
ziging heeft echter betrekking op een renteverrekening tussen
de gemeente en het grondbedrijf omdat het grondbedrijf voor
teveel rente was belast over 1968,
Zonder hoofdelijke stemming wordt de 16e begrotingswijziging
1968 met algemene stemmen vastgesteld.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaarstelling
krediet voor de aanleg van een speelterrein.
let betrekking tot dit agendapunt geeft de Voorzitter een na
dere toelichting. Het betreft hier het aanleggen van een speel
terrein in plan Oost, welk terrein oorspronkelijk bestemd was
voor plantsoen. Thans wordt voorgesteld hier een speelterrein
van te maken en wordt hiervoor een krediet gevraagd van ƒ9.900,—
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het aangeboden
concept besloten.