-7 Andermaal stelt de Voorzitter de vergadering voor het voorstel in zijn totaliteit terug te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt met het voorstel ingestemd. VIII, Voorstel vanBurgemeester en Wethouders tot deelneming in de kos ten ontwerp-structuurplan Scheldezoom. De Voorzitter geeft voorlezing van het betreffende prae-advies van B W, waaruit blijkt, dat het eenmalige bijdrage betreft van 4.650,-- een Het raadslid van linden zegt, dat blijkens de stukken die hij heeft ingezien aan plannen en andere kosten en bijdragen het de gemeente in 1968, 1969 en volgens raming 1970, dus over drie jaren, al een fabelachtig bedrag van 112.637,37 heeft gekost. Hij vraagt of men nu nog meer geld moet wegsmijten. Hij stelt, dat het beter benut kan worden en er reeds te veel geld over de balk is gegooid voor plannen die niet of in slechte staat zijn uitge voerd. Hij zegt tegen elke bijdrage en het voorstel te zijn. Het raadslid Janssens zegt, dat er al een regio-planning en een eigen planning is en stelt voor om er een Antwerpseplanning ook bij te nemen, waardoor het nog veel leuker wordt. De Voorzitter antwoordt, dat men het draaien of keren kan, zo men wil, maar het toch min of meer van bovenaf wordt opgelegd. Er zwaar tegen aan gaan, vindt hij in deze tijd, waarin samen werking .van gemeenten in regio-verband allerwege wordt gepropa geerd, vechten tegen de bierkaai. Hij zegt, dat deelname kosten mee brengt Het raadslid van Linden merkt op, dat als men het zo bekijkt, Putte wel kan inpakken. Hij meent, dat men zich niet met andere gemeenten maar met zijn eigen gemeente moet bemoeien. Het raadslid Bensbach zegt, dat plannen tot het samenvoegen van gemeenten beneden de 6000 inwoners toch al bij de Regering in overweging zijn genomen. Hij vindt het wel vreemd om langs de ene kant naar een zo groot mogelijk aantal inwoners te streven en langs de andere kant je voetje voor voetje te laten inpalmen. Hij stelt, dat het toch de bedoeling is om een zelfstandige ge meente te blijven, dat ook steeds de bedoeling van de burgemeester is. Hij vraagt waarom men dan zoiets als het onderhavige voorstel voorgeschoteld krijgt om er zo maar voetstoots in te trappen, zij het dan ook maar voor het verlenen van een eenmalige bijdrage. Hij zegt, dat de gemeente toch al veel moeite heeft om de begroting sluitend te krijgen.Hij zegt van de hele situatie niets te be grijpen. Aan de ene kant vechten voor zelfstandigheid en aan de andere kant geeft men het maar. Hij ziet in het weigeren van. de bijdrage geen gevolgen en merkt op, dat het toch geen verplicht samenspel is. Hij stelt, dat de gemeente zich dient te richten op België, welke stelling ook reeds verschillende malen door de burgemeester naar voren is gebracht. Hij zegt, dat als het zo ligt, dan ook geen eenmalige bijdrage is te verlenen en men verder maar moet wachten wat ze van bovenaf zeggen. Het raadslid Sluijts zegt het met het opgemerkte en de zienswijze van de heer Bensbach eens te zijn, 'Hij merkt nog op, dat Putte toch aangewezen is op België, Het raadslid Bensbach zegt, dat men óok nimmer in de plannen is gekend en er geen voordelen voor de gemeente zijn. De Voorzitter antwoordt, dat hoewel het spel niet is gespeeld zoals het moet zijn, het niet wegneemt dat allerwege regio's worden ingesteld, zoals ook ondermeer de regio Roosendaal, waar elke omliggende gemeente aan meewerkt. Hij zegt, dat Putte in dit geval spelbreker is. Het raadslid Bensbach stelt, dat men alleen akkoord kan gaan als de gemeentebelangen vrijwel gelijk liggen. Hij zegt, dat deze ge meente de keuë heeft gemaakt met zich op België te richten en met het Reimerwaalplan niets meer te maken heeft. Het raadslid Buijs betwijfelt ook sterk of Putte erg gebaat zal

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1970 | | pagina 117