-6~
voor de duur van vijf minuten.
De beide Wethouders en het raadslid Sluijts en Buijs verlaten de
raadzaal.
Na hun terugkomst in de raadzaal heropent de Voorzitter de ver
gadering en verleent het woord aan de heer Sluijts.
Het raadslid Sluijts stelt de Voorzitter voor om het in behande-
zijndelingvvoorstel in te trekken. Hij zegt, dat het duidelijk blijkt,
dat de oppositie zich aan verantwoordelijkheid onttrekt.
De Voorzitter zegt, dat het voor Putte de klok tien tot vijftien
jaar terugdraaien betekent, in een periode waarin het College van
B en W alles doet om een achterstand in te lopen. Hij stelt, dat
er nu een besluit komt waarmee een aantal heren raadsleden vermoeden
het algemeen belang te dienen.
Hij stelt de vergadering voor om het voorstel in zijn totaliteit
terug te nemen.
Het raadslid Bensbach stelt, dat hetgeen door de Voorzitter wordt
beweerd helemaal niet de bedoeling is. Hij zegt, dat er raadsleden
zijn die overwegende bezwaren hebben tegen de voorgestelde vorm
geving en samenstelling van de commissies. Hij stelt, dat de raads
leden wel voor commissies zijn, waarin de raadsleden en zelfs de
burgerij goede en reeële inspraak hebben.
Hij wijst op artikel 61 van de gemeentewet, dat die mogelijkheid
biedt, maar een verouderd systeem wordt gehandteerd. Hij stelt, dat
de wetswijziging in 1964 beslist wel overwogen is ingevoerd en ver
wacht mocht worden dat men in verschillende gemeenten en ook in
Putte die zou toepassen. Hij vraagt waarom het nu juist artikel 62
moet zijn.
De Voorzitter vindt het geen ongelukkig artikel.
Het raadslid Bensbach vraagt nogmaals waarom het juist artikel 62
moet zijn. Hij geeft voorlezing van artikel 61 en merkt daaïma op,
dat het veel ruimere gelegenheid en mogelijkheden geeft. Hij neemt
als voorbeeld de voorgestelde commissie "subsidie enzovoorts met
inbegrip van opbouwwerk en sport". Hij vraagt de Voorzitter of hij
dat zonder deskundigen kan klaar spelen.
De Voorzitter antwoordt, dat hij hiervoor kan verwijzen naar het
gestelde in artikel 2 van de bij dit agenda-punt ter vaststelling
aangeboden concept-verordening, dat het aantrekken van deskundigen
en zelfs van leden buiten de gemeenteraad, toelaat.
Het raadslid Bensbach stelt, dat alles duidelijk uit de stukken
moet blijken en er ook niets over openbaarheid is vermeld.
De Voorzitter antwoordt, dat er nog weinige gemeenten ervaring mee
hebben.
Het raadslid Bensbach zegt er wel te kennen, ondermeer de gemeente
Halsteren.
Hij stelt, dat de Voorzitter net voordoet, dat spreker en de
andere raadsleden die bezwaren hebben tegen de voorstellen geen
medewerking willen verlenen. Hij vindt het wel frappant, dat de
eerste maal, dat aan de wethouders een portefeuille is toegewezen,
er direct commissies moeten komen.
De Voorzitter antwoordt, dat het in de vorige zittingsperiode reeds
het geval was,
Het raadslid Bensbach bestrijdt het antwoord van de Voorzitter en
wijst daarbij op de betreffende nota van de Burgemeester aan de raad.
Hij zegt met nadruk te stellen, dat nimmer door een wethouder een
eigen portefeuille is beheerd.
De Voorzitter zegt, dat opmerker wel bijzonder slecht was ingelicht
en de bevolking het wel weet.
Het raadslid Bensbach stelt, dat het wel zo was dat er 1 wethouder
sociale zaken en 1 wethouder openbare werken was gecreeërd, dat
lekker door elkaar liep. Hij zegt, dat wethouder de Bruijn zich met
alles bemoeide en ook met openbare werken.
De Voorzitter antwoordt, dat de personen in kwestie door hem steeds
naar wethouder de Light of naar de heer van Poppelen zijn verwezen.