van beslissing over raadsbesluit tot verkoop van grond aan
E.van Hooydonck;
j.Besluiten van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, houdende
goedkeuring van de raadsbesluiten tot verkoop van gemeentegron
den;
k.Besluiten van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, houdende
machtiging tot het doen van kapitaalsuitgaven ten behoeve van
de aanleg van trottoirs in plan "Oost", het aanbrengen van een
slijtlaag op de Dennenlaan en de aankoop van een lichtdrukmachine;
en
1.Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, houdende goed
keuring van de 9e en 28e wijziging van de begroting 1967 en de
3e en 9e wijziging van de begroting grondbedrijf 1967aanpassing
krediet straatverlichting)»
Voorgesteld wordt met de stukken c en d in te stemmen en de overige
stukken voor kennisgeving aan te nemen, waarmee de vergadering
akkoord gaat.
IVoVoorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de
BEGROTING 1970 VAN DE ALGEMENE DIENST alsmede de begrotingen voor
het grondbedrijf en het woningbedrijf.
-'-)e Voorzitter prijst zich gelukkig de behandeling van de begro
ting 1970 nu reeds aan de orde te kunnen stellen. Hij zegt, dat de
achterstand in de financiële-administratieve sector zeer snel wordt
ingelopen waar hij zich over verheugt. Namens het College van
burgemeester en wethouders deelt hij mede, dat de bedrijfsbegrotin-
gen nog niet gestencild konden worden aangeboden, omdat de typekamer
dat niet heeft kunnen verwerken. Hij merkt op, dat de laatste we
ken diverse financiële opgaven en gegevens aan hogere instanties
moesten worden verstrekt die voorrang hadden» Hij zegt, dat alles
goed leesbaar is en vertrouwt dat de raadsleden in de begrotingen
inzicht hebben kunnen verkrijgen. Hij stelt dat voor het eerst weer
een sluitende begroting kan worden aangeboden en zegt blij te zijn,
dat het predikaat "noodlijdende gemeente" kan worden teruggegeven.
Hij betuigt het provinciaal bestuur en de Ministeries van Binnenland
se Zaken en van Financiën dank voor de grote steun en het begrip,
dat in pret'tige besprekingen steeds is ondervonden. Hij zegt, dat er
toch nog geen reden is voor een hoerastemming daar het batig saldo
van de gewone dienst maar ƒ.861,16 bedraagt, en het dus nog zwaar de
hand op de portemonnaie houden is. Hij merkt op, dat er nog enkele
correctie-wijzigingen zullen zijn waarbij ook gehoopt wordt op mee
vallers, ondermeer op de verhoging van de bijdrage uit het gemeente
fonds, waarop in de Tweede Kamer aandrang wordt uitgeoefend. Als
belangrijkste feiten van de sluitende begroting noemt hij de forse