2. Hij stelt,dat de overgelegde stukken wel zeer sumier zijn en het als raadslid niet prettig is voor het feit te worden gesteld om hetzelf maar uit te mowten zoeken.Hij zegt het met de werlp/ij- ze van de vastkoppeling van de woningen aan een complex premie woningen niet eens tek zijn.Hij stelt,dat de prijs die wordt voor gelegd al hij voorbaat te hoog is,Hij vraagt wat er gebeurd ais alles teruggewezen wordt dat het gevolg heeft dat de woningen wor den afgetakeld.Concreet stelt hij nogmaals het met het samenkop pelen van de woningen aan de verplichting van de bouw van een com plex premie-woningen niet eens en daar tegen te zijn<. De Voorzitter antwoordtdat hij de stukken zelf ook zeer kort voou de vergadering heeft kunnen inzien en hij door talrijke en zware besprekingen van de laatste dagen niet voldoende er aandacht aan heeft kunnen schenken. Voor het ontbreken van het betreffende pra< advies van B biedt hij zijn verontschuldigingen aan.Met be trekking tot de inschrijvingsprijs merkt hij op,dat de aannemer de gebruikelijke speling houdt,dat een systeem is dat algemeen wordt toegepast«Het samenkoppelen aan een complex premie—wonin— gen is zondermeer noodzakelijk te achten.Hij wijst op het bouw plan van de 12 en 8 bejaardenwoningen.Over de bouw van de thans in aanbouw zijnde 8 bejaardenwoningen was alleen met de Fa.Heef— fer en van Elzakker te praten,omdat voor negen en negentig pro- cent zeker wordt gerekend op de bouw in combinatie met 24 premie huurwoningen van het Sociaal Fonds voor de Bouwnijverheid.Het te rugwijzen van het bouwplan is niet te verwachten omdat de tech nische dienst van de Volkshuisvesting het wel tot een team-ge sprek zal laten komen.Hij stelt,dat het enorm moeilijk is om een klein aantal woningen onder te brengen en stelt nogmaals,dat Put se Bouwwerken het risico neemt en ook de belegger vrij is in zijn keus en derhalve ook van Putse Bouwwerken kan afstappen«Hij acnt het ergens toch wel gelukkig ,dat het een plaatselijk bedrijf is. Het raadslid Bensbach stelt,dat als de lijn van Steenbergen was gevolgd er nu geen moeilijkheden zouden zijn. De Voorzitter antwoordt,dat door de gemeente de eis werd gesteld om de bouw van de 11 woningwetwoningen bij een complex huurwonin gen te nemen. Het raadslid Bensbach zegt het daarmee wel eens te zijn maar men er nu door in tijdnood is geraakt. De Voorzitter antwoordtdat de hoop is gekoesterd om meer goedkeu ringen voor een belegger te krijgen en het de bedoeling was in totaliteit meer woningen in de goedkope huursector te bouwen. Het raadslid Bensbach meent,dat het streven was^om van de woning bouw af te komen. Hij vraagt of het bouwplan niets is voor de Combinatiebouw Amsterdam of dat het daarvoor te klein is en wel ke normen daarvoor dan gelden. De Voorzitter'antwoordtdat genoemde bouwmaatschappij niet geïn teresseerd is in restjes en het bij hun steeds om een hele wijk van minstens 200 a 300 woningen gaat. Het raadslid Bensbach merkt op,dat men dus met een klein object bij bedoelde bouwmy niet terecht kan. De Voorzitter antwoordt ,dat het op het ogenblik zo het geval is en er weinig of geen belangstelling voor goedkope woningbouw bij beleggers bestaat. Het raadslid Bensbach vraagt wat de inschrijfprijs van de 11 wo ningen is. De Voorzitter antwoordtdat men zich niet te zeer aan de prijs van f.329814,-. moet vasthouden. Het raadslid Benbach vraagt hoever de gemeente gebonden is aan Putse Bouwwerken. De Voorzitter antwoordt,dat het een zaak van de belegger is en de gemeente niet gebonden is.Het is particuliere bouw en de be legger en aannemer dragen het risico. Het raadslid Bensbach vraagt of de 11 woningwetwoningen dan niet vanwege de gemeente worden gebouwd. De Voorzitter antwoordtdat het wel het geval is en de gunning door B W eerst na toestemming van het Ministerie van Volks-

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1969 | | pagina 81