Voorgesteld wordt tot de vaststelling van de daarop betreffende
13e begrotingswijziging 1969, zoals aangeboden in concept, te beslui
ten*
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig besloten*
XIII. Voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot het
facet-streekplan voor het natuurschoon en recreatie-gebieden in
Hoord-Brabant
Voorzitter stelt, dat dit punt als het zwaarste punt van de
agenda geldt. Hij merkt op, dat in de vorige vergadering het ontwerp-
streekplan aan de orde is geweest en dit als een facet van het streek
plan is aan te merken.Andermaal is de mogelijkheid van uitgroei van
Putte zeer beperkt en aanleiding gegeven tot het samenstellen van een
uitvoerige nota, die de raadsleden is toegezonden. Hij merkt op, het
facet-plan eenzijdig is opgesteld en men niet alleen planologisch
maar economisch moet denken. Hij signaleert het in de nota vermelde
omtrent de groot-grondbezitters en stelt met nadruk voor de pers, dat
het uitsluitend over en voor Brabant en niet alleen over Putte gaat,
waarop het meerbekende van toepassing is "je moogt er alleen maar naar
kijken maar aan- of opkomen niet". Hij stelt verder, dat ten aanzien
van het vliegveld Woensdrecht dezelfde bezwaren als van het streekplan
gelden en het hier een kwestie is van beter voorkomen dan genezen. Met
nadruk stelt hij, dat het economisch belang van een vliegveld duidelijk
is en economisch gezien er niets tegen een vliegveld is. Planologisch
is het echter een absurt iets de bestemming "vliegveld - stil gebied".
Vervolgens geeft hij voorlezing van de betreffende uitvoerige nota
van B. en W., hier en daar waar nodig nog verduidelijkend aanvullend.
Vervolgens vraagt hij wie van de vergadering omtrent dit punt het
woord verlangt.
Het raadslid Buys vraagt of het ten aanzien van de groot-grondbezit
ters in de nota gestelde een aanvullende suggestie voor het verstrekken
van meer subsidie of toeslag om gebieden open te stellen geen aanbeve
ling verdient.
De Voorzitter antwoordt, dat die mogelijkheden zijn opengelaten voor
hogere subsidie samenwerking met gemeente, onder toezichtstelling enzo
voorts, wat echter niet zegt, dat het eigendomsrecht niet is te respec
teren, welk laatste hij duidelijk stelt. Hij zegt, dat in het vooront
werp-plan op zijn minst een opmerking in die richting mocht worden
verwacht en een hogere subsidiering ten minste aangestipt zou zijn,
maar er nergens iets van te vinden is.
Het raadslid Buys stelt, dat hij niet aankopen de vraag wie het moet
onderhouden rijst.
De Voorzitter antwoordt, dat het gestelde in de nota maar een signale
ring is en hoopt, dat de recreatie-nota meer inzicht zal geven*
Het raadslid Buys zegt, het verder met de nota en het voorstel van
Burgemeester en Wethouders eens te zijn*
Voorgesteld wordt met betrekking tot het voorontwerp facet-streekplan
te besluiten de in de nota ingenomen standpunten, gemaakte bemerkingen
en opmerkingen volledig en met nadruk te onderschrijven, in het voor
West-Brabant in zijn huidige vorm voor deze gemeente niet aanvaardbaar
te verklaren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomsti|
besloten.
XIVRondvraag.
Op een bij het vorige punt door het raadslid Sluyts gemaakte opmer
king over het afsluiten van de toegangslaan achter het G-loriëtte deelt
de Voorzitter mede, dat er wel naar is gestreefd om bedoelde .toegang
volledig voor het publiek open te laten, 'zoals ook voor andere wegen
van het gemeentepark geldt. Hij zegt, dat .er met de jachtopzichter over
gesproken is en door wagens de laan wel flink is stuk gereden*
Het raadslid Sluyts meent, dat voor wandelend publiek er zelfs geen
doorgang is.
De Voorzitter antwoordt, dat de toegangp^oor publiek en ongemotoriseerd
verkeer wel open blijft.