GE MEENT E PUTTE N.B. Aan de raadsleden. In verband met het feit dat het enkele leden van de balasting- commissie onprettig heeft gestemd dat ik haar adviezen omtrent meerdere belastingverordeningen niet op de agenda van de raadsver gadering van 29 december a.s. heb geplaatst, moge ik beleefd Uw welwillende aandacht en begrip vragen voor het volgende. 1. De betreffende commissie is samengesteld in de raadsvergadering van 18 november 1969; 2. De te behandelen stukken waren tenminste 1 week voor de eerste commissie-vergadering bij de commissie-leden ter bestudering bezorgd; 3. De eerste commissie-vergadering vond plaats op donderdag 11 december s-avonds van 19.30 uur tot 23.30 uur, waarvoor een aangeboden discussie-nota als leidraad diende; Jweedf vergadering van de commissie werd gehouden op dinsdag 16 december 1969 van 14.oo uur tot 17.30 uur; 5. Vrijdag 19 december 's-avonds om 19.00 uur waren de adviezen gereed en werden maandagmorgen 22 december bij mij ingediend; zelfde morgen was de B.en W. vergadering. Wethouder de ïgüt en ik persoonlijk waren terzake volkomen onvoorbereid, ovendien was ik de daaraanvoorafgaande vrijdagavond, zaterdag middag- en avond en zondagmiddag- en avond en gedeelte van de nacht met andere gemeentezaken belast. 7' Je.be^r^fe^de a-ngeiegenheden zijn in de B. en W. vergadering behandeld, doch door de onvoorbereidheid verwarrend en onmoge lijk staande ter vergadering een al dan niet eenstemmig stand punt m te nemen 8. Waar ik mijzelf toch wel enigermate vakbekwaam te dezer zake mag noemen, was er voor mij totaal geen gelegenheid geweest deze materie niet alleen_uit beleids- en billijkheidsoogpunt te benaderen, doch evenmin uit het oogpunt van wettelijke be- voegdheden, jurisprudentie, jurisdictie en redactie. aren wij onaanks dit alles toch tot een verantwoord standpunt gekomen, dan behoort er toch ook rekening mede te worden ge- ae "^wee raadsleden welke geen deel van de commissie uitmaakten ook voldoende tijd tot bestudering van deze inge- wikkelde en omvangrijke stof moesten verkrijgen;-. Uaarnbetuig ik mijn grote lof voor de voortvarendheid waar mede de raadscommissie heeft gewerkt. Evenwel komt het gemeen- ebelang nergens in het gedrang wanneer deze voorstellen nu 11 of °ver enkele,weken in de raad aan de orde komen; f e eer Bensbach ben ik het wel volkomen eens dat de wel 0POe agenda geplaatste wijziging van de rioolbelasting een onderdeel van net totale pakket uitmaakt en dan ook had beho- en e woraen uitgesteld. Ik beken hier gaarne dat dit door een misversrand tussen de secretarie en mij is geschied, waar- I??roSfarne Slljn vercmfsohuldiging. Dit punt voer ik bij deze dan ook van do agenda af; 12. oanslagbi!jetten in de bouwgro-ndbelasting voor dit jaar worden tijdig verzonden; d deze de toezegging dat deze gehele materie 14. traad ™.de orde zal komen; iiii qi~ P i"n P kegrip zult hebben voor het feit dat nvPThph<3+i«CSte maand van het jaar voor mij e^en volkomen was me,t zich brengt, waarbij het onmogelijk voor mij vprnntwnni'1^ lOke ingewikkelde en omvangrijke materie "op bestudering eve^er b^tfSeL'nf P™ld^ fceho^lijke Met vriendelijke groeten, De Burgemeester van Putte,

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1969 | | pagina 142