Wethouder de Bruijn stelt, dat de eindfase van plan "Oost" is bereikt en het een logische afsluiting is en hem het motief dat er maar vier woningen staan niets zegt maar de verbinding met het nieuwe woongebied veel belangrijker voorkomt. Het raadslid Bensbach rneent, dat er nog tijd genoeg is om daaraan te beginnen* De uitvoering nu acht hij niet juist en zegt zijn be zwaar daartegen te handhaven. He Voorzitter vraagt of het bezwaar alleen het tijdstip van uitvoering geldt» Het raadslid Bensbach antwoordt bevestigend en merkt op, dat de be bouwing, welke daar gepland was inmiddels gerealiseerd is. Het raadslid van linden informeert naar de lengte van de weg en meent dat er een goedkopere oplossing voor te vinden is, ondermeer zoals in de Heidestraat Het raadslid Bensbach vindt thans de uitvoering van het werk niet ver standig en zegt, dat het bij verdere bebouwing in de toekomst, dan nog tijd genoeg is» Hij stelt, dat men ook niet weet wat de toekomst biedt De Voorzitter antwoordt, dat men er wellicht volgend jaar al aan het bouwen Is» In principe is men het bij de provincie en bij de P.P.D, met de plannen al eens. Hij zegt zelf over het een en ander optimis tisch te -zijn» Het raadslid Bensbach.betwijfelt het of er van de weg een druk gebruik 'zal worden gemaakt He Voorzitter antwoordt, dat de weg in het bestemmingsplan zit. Het raadslid Bensbach zegt, dat de personen in kwestie wisten wat de consequenties waren en dat het kort of lang met de realisering van de weg kon duren» Hij denkt ook aan de algemene en gewraakte lintbebou wing die men ook moet tegengaan. De Voorzitter antwoordt, als men terugdenkt in het verleden ook aan minder belangrijke straten, zoals ondermeer de Molenstraat, aandacht is geschonken en men-ook al met de kwestie buitenwegen bezig is. Op verzoek van de Voorzitter geeft vervolgens technisch ambtenaar van Poppelen nog verdere toelichting. Hij deelt mede, dat de realise ring verband houdt met de doorstroming naar het recreatiegebied en de nieuwe woonwijk, en de weg een lengte heeft van driehonderd meter en de breedte vijf meter bedraagt. Het raadslid -Bensbach. zegt, dat er voor'het genoemde doel van de weg voorlopig nog geen gebruik dient te worden gemaakt» Hij stelt, dat de weg er wel moet komen maar het daarvoor nu niet het juiste tijdstip is Wethouder de Bruijn stelt hoe langer men wacht hoe hoger de kosten wor den» De heer van Poppelen zegt, dat de geraamde kosten in de exploitatie berekening van plan "Oost" zitten. 5 -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1969 | | pagina 133