er aan pachtschadevergoeding ruim ƒ.1,'per m2 bijkomt. Hij merkt op,
dat men avonden voor deze aankoop in bespreking is geweest.
Het raadslid Bensbach herhaalt, dat hij inzage van het rapport toch
op prijs stelt en kan zich indenken, dat onderhandelen een moeilijke
zaak is.
Het raadslid Sluijts stelt, dat de prijs nog beneden de /«5,per m2
ligt en dat het hier landbouwgrond is.
-^e Voorzitter merkt op, dat de prijs altijd nog niet alles zegt maar
doorslaggevend is hoe het geval ligt,
raadslid Bensbach merkt op, dat er toch de vergoeding aan de pach
ter is bij te rekenen.
De Voorzitter beaamt het opgemerkte en zegt, dat men dan wel alles bij
elkaar dient te houden, ondermeer de waardevermindering van de boer
derij als zodanig. Hij zegt, dat het een ingewikkelde materie is.
Het raadslid Bensbach-zegtals hij met alles op de hoogte zou zijn
hij de vragen niet zou stellen. Hij merkt op, dat in het concept-be
sluit de grondaankoop ten laste van het grondbedrijf is vermeld en
meent dat het voor de schadevergoeding ook geldt. Hij vraagt waarom
dat niet in het concept-besluit van de pachtschadevergoeding is
vermeld.-
De Voorzitter antwoordt, dat de schadevergoeding een uitvloeisel is
van de grondaankoop en het betreffende besluit niet de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten, waaraan het alleen ter kennisneming dient te
worden gezonden, behoeft,
Het raadslid ouijkerbuijk vraagt wat de opgenomen clausule met betrek
king tot de belastingschade betekent.
Voorzitter antwoordt, dat dit in de totaliteit van de belastingen
speelt en men rekening houdt met een termijn van 5 jaar. Hij merkt
op, dat het een vaste clausule is en er nog niet met een geval iets is
geweeste
Het raadslid Suijkerbuijk meent dat het voor beide partijen verhogend
kan zijn en vraagt of dat geen moeilijkheden in de toekomst geeftG
Voorzitter antwoordt ontkennend en, geeft voorlezing van de betref
fende clausule en zegt nogmaals dat het een vaste clausule is0
Het raadslid van linden zegt verbaasd te staan, gezien de bedragen die
er mee gemoeid zijn, dat alles zc^lug moet gebeuren. Hij stelt, dat
het over een bedrag van ruim drie ton gaat.
De Voorzitter antwoordt, dat men er nog heel lang over kan praten en
bereid te zijn om het rapport ter inzage te verschaffen. Hij stelt,,
dat er veel elementen zijn die hier meetellen, zoals ondermeer het
bepalen van de kapitaalsfactor in deze 9 of 10 waar men deskundige
voor moet zijn0 Hij herhaalt nogmaals dat er geen bezwaren zijn om
het rapport ter inzage te verstrekken. Hij stelt, dat er een principië
le overeenkomst is en als men daar nog wil aantornen hij persoonlijk