12 ®e Voorzitter antwoordt, dat het voor de gemeente een vrijwel waardeloos stukje grond is. Het raadslid Bensbach zegt moeilijkheden te verwachten vooral met het oog op de lage prijs. Voorzitter antwoordt, dat men met de prijs voorzichtig moet j zijn en de gemeente bij aankoop van dergelijk terrein ook maar ƒ.6,per m2 betaald. Het raadslid Bensbach vraagt of men destijds voor de betreffende grondstrook niet door de douane is benaderd, die er nu dan geen controle meer op heeft. Het raadslid Suykerbuyk merkt op, dat het de bedoeling van de Waal is om de zaak bij hem achter af te maken. I)e oorspronkelijke ge dachte dat er een weg van de douane langs zou komen levert thans geen moeilijkheden meer op9 Hij zegt de toestand ter plaatse te hebben bekeken en het nu een weg van drie meter breed is, die oor spronkelijk maar 1-g- meter.was. Hij zegt, dat de betreffende grond strook eertijds tot het grondperceel van de Wed.Hendriks hoorde.Of het voor de zuidelijk gelegen grondperceeltjes moeilijkheden kan ge ven is hem niet bekend. Het heeft volgens hem geen zin om de ver koop van de grondstrook, die bedoeld was voor het doortrekken van een weg, dat niet meer nodig is, tegen te houden. He Voorzitter en ook wethouder de Bruyn zeggen het nader te zullen bekijken en stellen voor om dit punt aan te houden tot de volgende vergadering» Het raadslid van Linden vraagt nog of er westelijk van bedoelde achterweg nog woningen kunnen worden gebouwd. Het raadslid Bensbach merkt nog op, dat er al zoveel narigheid met achterpaden is geweest. Voorgesteld wordt, dit punt aan te houden, waarmee de vergadering instemd» Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en conform de aangeboden concept besluiten tot de verkoop van een perceel bouwgrond aan Jov0Gils in uitbreiding "oost" en aan M.Hoendervangers in uitbreiding "west" besloten., XV.Voorstel van burgemeester en. wethouders tot vaststelling van de vergoeding ex. 'art„101 der L.0„Wet 1920 voor 1970. De Voorzitter geeft voorlezing van het betreffende prae-advies van Bo&.Wo en zegt, dat het bedrag van ƒ.115,-»- als overgangsfase geldt q Het raadslid Bensbach merkt op, dat de Inspecteur van het L„0o een bedrag van ƒ0115,-" adviseerd terwijl het normbedrag ƒ.125,- bedraagt. Hij zegt verbaasd te staan, dat men er altijd automatisch beneden blijft en vraagt waarom dat gebeurd en waarom het maximum

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1969 | | pagina 106