- 7 - en niet is te verdelen. Het gestelde met betrekking tot de Stichting Putte kan hij delen, wat ook ten aanzien van "Grenswachters", dat enigszins als vergoeding als huur voor het voormalig Excelsior- terrein kan worden aangemerkt, geldt. Het subsidie aan de fanfare vindt hij zo maar niet juist.Hij vraagt waarom het alleen over drie verenigingen gaat en niet over anderen. Hij noemt ondermeer de bejaar denvereniging, waarvan de financiële positie niet al te rooskleurig is. De Voorzitter antwoordtdat naar het gevoelen van B. en W. de situa tie van de drie grote verenigingen al langer ongunstig ligt en met financiële moeilijkheden te kampen hebben. Hij zegt, dat door het begrotingstekort het steeds onmogelijk is geweest daar iets aan te doen, en nu zich een geval voordoet met het vervallen van een sub sidie en er nu eindelijk iets aan, kan doen. Met het reserveren van het subsidie loopt men gevaar dat met rasse schreden wordt afgevoerd en als subaidiepost van de begroting verdwijnt. Hij stelt, dat men alle begrip voor de financiële moeilijkheden van andere verenigingen heeft. Hij wijst op het belang en de aktiviteiten van de fanfare en de onmisbaarheid voor de gemeenschap, die bij alles luister moet bijzetten. Hij merkt op, dat ze de aflossing van de door de gemeente verstrekte lening voor aanschaffing van uniformen zelf uit het sub sidie moeten betalen. Vernieuwing van instrumenten is noodzakelijk, waardoor zij zich voor een berg financiële moeilijkheden gesteld zien. Hij zegt, dat B, en W, toch haar voorstel wil handhaven. Het raadslid Bensbach zegt het hem geweldig te spijten, dat er niet meer verenigingen in betrokken zfjn. Hij noemt het een behoorlijk bedrag. Grenswachters en de Stichting Putte kan hij inkomen. Met het subsidie aan de fanfare zegt hij zich niet te kunnen verenigen wat niet wil zeggen, dat het zo is dat er geen behoefte aan is, maar dat het bij andere verenigingen ook zo is. De Voorzitter antwoordt, dat de drie grootste verenigingen er nu mee zijn gebaat.Hij zegt, dat diverse verenigingen in finan ciële moeilijkheden zitten, maar als er wordt geholpen het een beetje behoorlijkhelpen moet zijn. Het raadslid Bensbach stelt, dat het subsidie van de fanfare in 1969 ook meer wordt. De Voorzitter zegt, dat het op papier zo ligt maar ze in feite maar ƒ.250,subsidie in handen krijgen. Het raadslid Bensbach merkt op, nu Excelsior ter ziele is en toch plannen bestaan om een nieuwe vereniging op te richten die nu de kans ontnomen wordt. Hij zegt, dat straks ook het "jeugdpotje" van de baan is. De Voorzitter antwoordt, dat de heroprichting van de atletiekvereni ging met bijzondere waardering zal worden gevolgd. Hij zegt, dat de kwestie subsidie, ook voor eventuele nieuwe verenigingen een zorg voor later is en men dan ook nog voor deze zaak komt te staan. Hij merkt op,dat destijds is besloten om subsidies tot wederopzegging te verlenen en alleen verhogingen en wijzigingen van het subsidie door de raad zal worden bekeken. Het raadslid van Linden merkt op, dat bij subsidie voor de fanfare steeds het aanschaffen van instrumenten speelt,hij vraagt of die dan zo vlug versleten of van slechte kwaliteit zijn. De Voorzitter zegt geen muzikant te zijn waarop wethouder de Bruyn opmerkt, dat muziekinstrumenten een kostbare geschiedenis zijn en een instrument ƒ.800,kost. Het raadslid v.linden stelt, dat als je ziet hoe er soms mee wordt omgesprongen, dat niet zou zeggen, en het wel is voorgekomen, dat er een instrument van tafel donderde. De Voorzitter antwoordt, dat het een bepaald geval kan zijn en wel aan te nemen is, dat wanneer een lid bepaalde schade toebrengt hij

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1968 | | pagina 56