h)ldem van 8 mei 1968, houdende machtiging tot het doen van
kapitaalsuitgaven tot ƒ529.500,(krediet rioolwater
zuiveringsinstallatie)
i)ldem van 15 mei 1968, houdende goedkeuring van de 11e
"begrotingswijziging 1966 (krediet opmaken structuurrapport);
j)ldem van 28 mei 1968, houdende machtiging tot het doen van
kapitaalsuitgaven tot ƒ8350,(krediet poederblusapparaat)
k)ldem van 19 juni 1968, houdende goedkeuring van de 13e
begrotingswijziging (restant kredieten);
l)ldem van 29 mei 1968, houdende goedkeuring van het kasgeld-
leningenbesluit voor het tijdvak 1 juni tot 1 sept 1968;
m)ldem van 22 mei 1968, houdende goedkeuring van het raads
besluit tot verkoop van gemeentegrond aan T.Van der Meiren;
n)ldem van 3 juli 1968, houdende goedkeuring van het besluit
tot aankoop van grond van J.Cleiren;
o)ldem van 8 mei 1968, tot vaststelling van een vergoedings
regeling raads- en commissieleden;
p)Koninklijk Besluit van 25 juni 1968, houdende goedkeuring
van de Verordening op de heffing en invordering van een
rioolrecht
Q)Koninklijk Besluit van 25 juni 1968, houdende goedkeuring
van de Verordening of d e heffing van begrafenisrechten;
r)Koninklijk Besluit van 25 juni 1968, houdende goedkeuring
van de Verordening Begrafenisrechten;
s)Mededeling burgemeester en wethouders van het afsluiten
kasgeldlening met de N.V.Bank voor Nederlandse Gemeenten,
De Voorzitter deelt mede, dat eveneens van G,S. machtiging
is ontvangen voor het doen van een kapitaalsuitgaaf van
ƒ3180,voor het besteksklaarmaken van het nieuwe sportveld
complex.
Voorgesteld wordt de behandelde ingekomen stukken voor kennis
geving aan te nemen, waarmee de vergadering instemt.
IV Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling
en wijziging van een bouwverordening voor de gemeente Putte.
Aan de hand van het prae-advies van B. en W. geeft de
Voorzitter op dit punt een nadere toelichting. Hij deelt mede,
dat op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor
1 augustus 1968 tot de vaststelling van een nieuwe bouwver
ordening dient te worden vergegaan. Hij merkt op, dat met de
verordening wordt gestreefd naar een landelijke uniforme
regeling, zoals dat met meer verordeningen reeds het geval is.
Hij stelt, dat door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
een modelverordening is samengesteld en deze met slechts