-5- een andere richting in regionaal verband iets te doen,Hij wijst op_ de gemeenschappelijke vuilnisophaaldienst en de personeelsvoorziening Hij stelt,dat het nu allemaal vrijwilligers zijn,die met dure appara ten moeten omgaan en het ook overwegend werknemers zijn die over mini' male vrije tijd beschikken.Hij acht het niet billijk,dat men die men sen uit hun werk moet weghalen en deze met dure apparaten moeten om gaan.Het is meestal ook maar op halve kracht werken dat het niet al tijd goed kan makeh. Hij zegt,dat men bij een ongeluk met een tank auto er binnen de 5 minuten bij moet zijn omdat het anders niet meer nodig is.Hij meent,dat men in deze tijd,aan een ander systeemen in regionaal verband moet denken.Uiteindelijk dienen het specialisten te zijn.Hij meent,dat in de eerste plaats de technische man van de ge meente er bij is in te schakelendie evenals bij andere gemeenten er ook verantwoord voor kunnen zijn.Hij vindt,dat men in deze tijd niet meer met vrijwilligers moet werken maar met beroepsmensen. De Voorzitter antwoordtdat het met de technische ontwikkeling over twee a drie jaren op ieder terrein zo ligt,Het gaat hier echter om het gevaarevoor de omwonenden en de buurt en daarom moet men het ma teriaal hebben om hK±xeffectief te kunnen optreden.Het snel optreden bij dergelijke gebeurtenissen is niet mogelijk bij regionale samenwer king.Ten aanzien van de deskundigheid merkt hij op,dat twee mensen van de brandweer een speciale opleiding hebben gehad.Met betrekking tot de kosten deelt hij mede,dat de hele last van de brandweer veel_ te zwaar voor deze gemeente is.Hij wijst echter op de ecentrische lig ging en zegt,dat met goedkeuring van hogere instanties steeds een aan vrage om verhoging van de uitkering ingevolge de financiële verhou dingswet is en wordt gedaan.Mk± ®e regionale samenwerking ,waar de Brandweerinspectie mee doende is,juicht de voorzitter op zich wel toe Hij voelt zich op 't ogenblik al bijzonder gelukkig ,dat het brand weerkorps geheel belangloos zich ter beschikking stelt en er drie technische mensen bijkomen. De inschakeling van de technisch ambte naar ,waar hij veel respect voor heeft,hangt af van de interesse van de persoon,waarvan men niet mag vergen,dat hij ook technisch thuis is in chemische stoffen. Het raadslid Bensbach merkt op,dat hij het ook zo niet bedoeldheeft en de inschakeling meer als nevenbetrekking of ambtshalve is te zien. De Voorzitter antwoordtdat als het zo bedoeld wordt,en de technisch ambtenaar er voor voelt hij kan toetreden. Het raadslid Bensbach stelt,dat men altijd met vrijwilligers zit eh men van beroeps-specialisten bepaalde diensten kan vergen en eisen stellen. De Voorzitter antwoordtdat men op vrijwillige basis vrij staat en niet kan verplichten.Bj_j beroeps ligt het anders.Hij zegt,dat de be zoldiging gisteren nog ter sprake is geweest en hieromtrent advies is gevraagd bij de Brandweerinspectie.Hij zegt,dat het met de regionale samenwerking nog afwachten is en er nog niets discreets overgaande is.Hij stelt,dat een goed korps op zelfstandigheid staat maar men misschien in de grote top wel ergens tot overeenstemming komt. Het raadslid Bensbach merkt op,dat hij het plaatselijk brandweerkorps niets te kort wil doen het tegenovergestelde zelfs.Hij meent,dat aan vrijwilligers steeds meer en hogere eisen worden gesteld en als het zo doorgaat en steeds uitgroeit het zaak is naar een andere manieb uit te zien. Het raadslid Sluijts merkt ten aanzien van de opmerking van de heer Bensbach op,dat Rotterdam op enkele beroepsmensen na een geheel vrij willig korps heeft waarvan de geve&htwaarde beter is als dat van be roeps Het raadslid Bensbach stelt,dat er toch een bepaalde kern van perso neel dient te zijn dat terzake kundig is.In een periode dat er niets gebeurt is een beroepskopps onnodig. Het raadslid Sluijts wijst op Kapellen dat onder Antwerpen ressorteer en op een brand in de gemeente Kalmthout waar de beroepsbrandweer van Antwerpen een half uur na de brand eerst verscheen. Het raadslid Sui.ikerbuijk zegt naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Bensbach,dat het brandweerkopps hier vaste mensen zijn met veel ervaring waarvoor hij veel respect heeft en die steeds zeer vlug présent zijn. Hij

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1967 | | pagina 59