2. h) Besluit van Gedeputeerde Staten van Woord-prai3an-{; van fe_ bruari 1967 G.nrs.87.772,en 87.443,houdende goedkeuring van de raadsbesluiten tot verkoop van bouwterrein aan de Stich ting Regionaal Woningbezit te Steenbergen en aan het. Hypot heekfonds te Eindhoven; i) Brief van P.J.Govers van 17 mei 1966 houdende verzoek tot aankoop van een perceel grond achter de woning Grensstraat 14; jBrieven van burgemeester en wethouders houdende mededeling van het afsluiten van kasgeldleningen met de N.V.Bank voor Nederlandse Gemeenten; k) Brieven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 8 fe bruari 1967 G.nrs.86.802 t/m 86.806 houdende instemming met de raadsbesluiten tot wijziging cq.vastgtelling van rechts positieregelingen; en i) Brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 8 fe bruari 1967,houdende machtiging tot het doen van kapitaals uitgaven t.b.v.een plan voor de aanleg van de algemene be graafplaats "Oost" Voorgesteld wordt de behandelde ingekomen stukken voor kennis geving- aan te nemen. Het raadslid Bensbach zegt,dat hij het niet eens is met de wij ze waarop het verzoek van de heer Govers wordt afgedaan. Be af wijzing van E W acht hij organisatorisch niet juist en meent, dat de°afwi.izing ook niet genoeg is gemotiveerd.Hij wijst op de, bestaande situatie ter plaatse en stelt,dat het perceeltje grond in het verlengde van de heer Govers zijn tuin ligt. Op het grond perceel wordt alle mogelijke vuilnis gedeponeerd dat erg onaan genaam is en zegt,dat het ook niet ptettig is om steeds tegen een vuilnisberg te moeten kijken. De Voorzitter antwoordtdat mede aan de hand van het bestemmings plan het verzoek in B W is bekeken en het beoogde grondperceel mogelijkheden biedt voor de bouw van arages en andere.Hij acht het niet uitgesloten,dat men van de verkoop later spijt heeft. Hij stelt,dat het verzoek niet is afgewezen maar thans door B W wordt voorgesteld om het perceeltje grond voorlopig niet te verkopen. De Secretaris deelt nog mede,dat door B W aan Govers is oe- richt,dat nog geen beslissing op zijn verzoek kon worden geno men ,wat derhalve geen afwijzing van B W inhoudt. Het raadslid Bensbach vraagt wat de reden is,dat deze kwestie zo lang-is blijven liggen. De Voorzitter antwoordtdat in de veelvoud van brieven het ver zoek ergens is blijven hangen.Hij stelt,dat waar mensen werken ook fouten gemaakt worden. Het raadslid Bensbach zegt,dat het een zaak van de gemeente is, die door iedereen op de vingers wordt gekeken,dat men orde op zaken stelt. Hij stelt,dat de persoon in kwestie bericht is te geven dat hij correct noemt en zegt,dat er iets fout in de or ganisatie zit. 3.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1967 | | pagina 2