-6-
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
XXII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de
verordening tot 1e wijziging van de verordening op de heffing en
invordering van een rioolbelasting.
Ook hier geeft de Voorzitter aan de hand van het prae-advies van Bur
gemeester en Wethouders een nadere toelichting. Hij deelt mede, dat in
het grote bouwrijpmaakplan ook de kosten van riolering zijn opgenomen.
Hij zegt, dat nu de riolering van de oude kern en een belangrijk ge
deelte van de Dorpsstraat in het gehele plan zit, de mogelijkheid om
tot de uitvoering op korte termijn te komen, aanwezig is. Alle stukken
liggen bij Gedeputeerde Staten die echter wachten op de nog in te zen
den belastingverordeningen. Hij merkt op, dat bij de stukken een uit
voerige becijfering is gevoegd waaruit blijkt, dat de jaarlijkse lasten
28.000,zullen bedragen, waar tegenover op het ogenblik een belas
tingopbrengst van goed 7.000,staat.
Hij geeft voorlezing van de voorgestelde tariefverhoging, waardoor het
mogelijk zal zijn om de kosten van het uit te voeren rioleringsplan te
dekken en waarvoor alsdan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zal
worden verkregen. Het gemis aan riolering in de bebouwde kom noemt hij
een hopeloze toestand. Hij stelt, dat men ten aanzien van de tarieven
van mening kan verschillen over een gulden meer of minder, maar hierin
overwegend de kadastrale belastbare opbrengst een rol speelt.
Het Raadslid Baart vindt de bedragen aan de hoge kant. Van 60,
naar 100,en van 40,op 55,noemt hij een grote sprong.
Hij stelt, dat het niet alleen rioolbelasting is maar er nog meer be
lastingverhogingen komen. Hij zegt, dat het onbetaalbaar wordt voor de
mensen. Hij kan er inkomen, dat de kosten gedekt moeten worden en vraagt
of de gemeentewoningen ook betalen.
De Voorzitter antwoordt, dat het voor iedereen verplicht is en ook opge
vangen kan worden door huurverhoging.
'Iet Raadslid Baart zegt, dat het bij hem gaat om het bedrag van de ver
hoging en vraagt of dat niet gehalveerd kan worden en derhalve van
25,naar 30,enz. tot een maximum van 75,
Hij vindt het toch wel treurig, dat men de inwoners zo zwaar moet be
lasten.
De Voorzitter antwoordt, dat hij bij herhaling het standpunt van Gede
puteerde Staten heeft medegedeeld, dat deze de belastingen in Putte be
langrijk te laag achten. Hij noemt het ook een onbillijk feit ten op
zichte van andere gemeenten en dat straks door Gedeputeerde Staten an
dermaal gesteld zal worden. Hij stelt, dat het bepaald bedrag van
28.000,beslist gehaald zal moeten worden om de rest van Putte aan
riolering te kunnen helpen en het anders in Den Bosch niet wordt geaccep
teerd. Hij merkt nogmaals op, dat Gedeputeerde Staten bij herhaling heb
ben gewezen, dat de rioolbelasting te weinig opbrengt en deze moet wor
den opgevoerd. Hij zegt, dat men tegen de belastingverhogingen ook de
loonsverhogingen kan stellen en het hier een zakelijke belasting betreft.
Het Raadslid Baart kan zich het standpunt van Gedeputeerde Staten niet
indenken en men toch daar ook weet, dat de mensen moeten kunnen leven.
De 7oorzitter antwoordt, dat met de voorgestelde tariefverhoging de be
lastingopbrengst van de bestaande riolering op 14.000,komt. Hij
wijst op het begrotingstekort en Gedeputeerde Staten met Binnenlandse
Zaken daarover zwaar zullen praten. Hij merkt op, dat de verhoging nog
niet tegen is gevallen en groter was verwacht. Hij zegt, dat met halve
ring van de tariefsverhoging de helft van Putte van riolering verstoken
blijft en met een emmer de straat op moet. Willen we de aanleg van rio
lering voor de rest van Putte mogelijk maken, waarmee ook die inwoners
gelukkig zullen zijn, is de voorgestelde belastingverhoging de enige weg.