Hij zegt, dat alle stukken hij de notaris al enkele weken kant en klaar
liggen en wachten op van Hoof zelf, om af te wikkelen. Hij zegt toe,
van gemeentewege deze zaak zo vlug mogelijk af te wikkelen.
Met betrekking tot het in optie geven van gronden ter plaatse stelt hij,
dat het geen eigendommen van de gemeente zijn en dat dus derhalve niet
kan.
Het Raadslid Buijs vindt het opgemerkte, dat Dekkers zelf het risico
heeft genomen nogal vreemd. Hij zegt, dat er door de gemeente toch een
termijn is gesteld van 1 jaar waarbinnen het pand ontruimd moest zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat er een onderscheid bestaat tussen een voor
lopige koopovereenkomst, een Raadsbesluit en een notariële akte in wel
ke beide laatste bepalingen en bedingen gesteld worden die nodig zijn
en zonodig ook data's kunnen worden genoemd. Hij stelt, dat het bij de
overheid anders ligt als bij particulieren en een koop of verkoop hier
niet met een handklap kan worden afgedaan. Hij zegt, dat vooraf van de
gemeente nimmer zekerheid kan worden verlangt. Hij wijst op de investe
ringsstop van de overheid waardoor de goedkeuring van het Raadsbesluit
is opgeschort en stelt nogmaals dat er onderscheid is tussen particulie
ren en de aankoop door de overheid.
Het Raadslid Buijs acht de gang van zaken niet verantwoord.
De Voorzitter antwoordt, dat de gemeente in het betreffende Raadsbesluit
dergelijke bepalingen dient op te nemen, mede met het oog op de vereiste
goedkeuring van Gedeputeerde Staten,
Het Raadslid Buijs vraagt of de verordening bouwgrondbelasting ook van
toepassing is op grondpercelen in de nabijheid van openbare wegen of
landwegen. Hij stelt een hem bekend perceel waaraan of langs geen enkele
voorziening is getroffen en vraagt of er dat ook onder valt en in beves
tigend geval men van gemeente dan ook direkt ter plaatse voorzieningen,
minstens een verharde weg mag eisen. Hij merkt op, dat men tegenover
het betalen van de belasting iets tegen moet stellen.
De Voorzitter antwoordt, dat met de belasting wordt beoogd, dat men
grond van de gemeente koop waar de van gemeente te treffen voorzieningen
in de kostprijs van de grond is verdisconteerd. Hij vraagt wie anders
de kosten van straataanleg, riolering e.d. moet betalen. Hij zegt, dat
hij die particuliere grond koopt moet terugrekenen bij het bepalen van
de koopprijs van de grond. Hij acht het onbillijk, dat anderen, in dezen
de gemeenschap, daarvoor moet opdraaien. Hij merkt op, dat de bouwgrond
belasting geldt voor particuliere gronden gelegen in het bestemmingsplan
waarvoor van gemeentewege algemene voorzieningen zijn of worden uitge
voerd.
Het Raadslid Buijs zegt, dat er ter plaatse nog geen enkele voorziening
is.
De Voorzitter antwoordt, dat er di^Óan wel komen.
Het Raadslid Buijs meent, dat het nog wel 15 20 jaar kan duren.
De Voorzitter antwoordt, dat de mogelijkheid er momenteel niet is. Hij
wijst op de abnormale situatie op de kapitaalmarkt, waarvan men toch
een herstel mag verwachten. Hij stelt, dat het geen toestand is, die
jaren kan duren en merkt op, dat er al een zdere stabiliteit is inge
treden en het hier geen kwestie van jaren is.
Het Raadslid Buijs meent uit het antwoord te moeten concluderen, dat
men wel de belasting moet betalen ofschoon er geen verharde weg, riole
ring e.d. ligt.
De Voorzitter wijst op het systeem in België, waar later de kosten komen
Hij zegt, dat het hetzelfde is met een aanlegbelasting waarmee te veel
wordt gegokt op de toekomst. Hij stelt, dat de verordening het gebied
bepaalt waarvoor de belasting geldt.
Het Raadslid Buijs acht het logisch als er na de aangebrachte voorzienin
gen een aanslag volgt maar onfair om te laten betalen als er nog geen
voorzieningen zijn.