6- Welfarewerk Bieduinenhof Het raadslid Benshach stelt,dat ten aanzien van het Welfarewerk Bieduinenhof de wel in 1966 verstrekte subsidie van f.250,—.nu niet is opgenomen. Hij vraagt waarom het achterwege is gelaten en of het subsidie maar voor een keer is geweest. De Voorzitter antwoordtdat het Welfarewerk wellicht onder het maatschappelijk opbouwwerk zal komen te vallen. Het raadslid Bensbach meent dat het beter en veilger ligt als het Welfarewerk alsnog een aanvrage om subsidie dóet. De Voorzitter zegt,tegen het laatste geen bezwaar te hebben. Aoseta. Het raadslid Bensbach noemt verder het jeugdensemble Acseta dat toch wel zeer nauw met de jeugd verbonden is.Hij wijst op de grote activiteiten en de prestaties,zowel in binnen als buiten land zelfs optreden voor de televisie,dat ook een machtige re clame voor de gemeente is,van het jeugdensemble.Hij stelt voor om aan het jeugdensemble Acseta voor een keer een vaste subsi die te verlenen van f.150,-. N.K.V. Het raadslid Bensbach vindt het subsidie van f.500,-. aan het N.K.V. een hoog bedrag. Hij vraagt hoeveel cursisten er zijn. Hij stelt,dat het N.K.V.geen vereniging maar een vakbeweging is,die niet gesubsidieerd dient te worden door de gemeente,en zeker niet met een abnormaal hoog bedrag.Hij zegt er prijs op te stellen,dat bedoelde subsidiepost geschrapt wordt. Maatschappelijk Opbouwwerk. Het raadslid Bensbach informeert hoe het staat met het ge meenschapshuis en vraagt hoeveel verenigingen er gebruik van maken.Hij stelt,dat de gehele exploitatie op de gemeente rust ei vraagt hoever het met de oprichting van de Stichting staatt Hij meent,dat het gemeenschapshuis door de verenigingen in stand moet worden gehouden en acht het de hoogste tijd dat er in de bestaande toestand verandering wordt gebracht. Het raadslid Suijkerbuijk zegt de mening te zijn toegedaan,dat de verdeling van het subsidie van het jeugdpotje voor de plaat selijke verenigingen met jeugdleden geldt.Na de opmerkingen van de heer Bensbach v/ordt het hem volkomen duister en omdat het volgens bedoelde spreker niet nodig is dat er jeugdleden zijn, hij het nu helemaal niet meer weet. De Voorzitter antwoordt,dat hij niet bij de geboorte van het jeugdpotje is geweest maar steeds de mening was toegedaan ,dat het voor jeugdleden van de plaatselijke verenigingen is bestemd. Hij zegt toe ,de zaak te zullen nakijken en er de volgende ver gadering verslag van te zullen uitbrengen. Subsidie Reserve Rijkspolitie. De Voorzitter deelt mede,datde Reserve-Rijkspolitie inderdaad veel goed werk verricht en het verhogen van het subsidie voor 1967 van f.50,-. op f.75,-. bij het college van B W geen be zwaar ontmoet. Subsidie aan jeugdverenigingen(Fanfare»»Fee3tcomite-V.V.O.V.-en Stichting Putse Carnaval). De Voorzitter zegt,dat ten aanzien van de gemaakte opmerkin gen zijn eerder gegeven antwoord naar aanleiding van het opge merkte door de heer Suijkerbuijk,geldt. Omtrent het opgemerkte ten aanzien van het St.Nicolaasfeest van V.V.O.V, stelt hij,dat het nooit de bedoeling van de overheid mag zijn om de autonèmie van de verenigingen aan te tasten.Met klem wijst hij erop,dat zowel het college van B W als de raad de activiteiten van V. V,\3.V, prijst,welke alles willen doen waar een zeer grote be hoefte aan bestaat,Hij deelt mede,dat op korte termijn bespre kingen met het maatschappelijk opbouwwerk zullen worden gevoerd

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1966 | | pagina 55