-3-
Het Raadslid Bensbach vraagt waarom Excelsior wordt uitgesloten, dat toch
geen moeilijk geval is.
Wethouder de Brui.jn zegt, dat er ook onderscheid is te maken tussen
verenigingen die subsidie hebben aangevraagd en die geen subsidie hebben
gevraagd. Hij zegt, dat het genoeg bekend is.
Het Raadslid Bensbach stelt, dat de verhouding tussen de bedragen ook
niet goed ligt. Hij zegt, dat Acseta maar 100,van het totaal te
verdelen bedrag van 1.425,krijgt en stelt voor Excelsior er ook
bij te betrekken.
Het Raadslid Suijkerbuijk merkt op, dat als er een aanvraag om in aan
merking voor het jeugdpotje te komen, moet worden gedaan, het dan toch
normaal is, dat bij dit punt de betreffende verzoeken worden overgelegd,
dat bij de gewone subsidies toch ook zo het geval is.
Wethouder de Bruijn antwoordt, dat onder andere door V.V.O.V. en andere
een verzoek is gedaan.
Het Raadslid Suijkerbuijk zegt er nimmer iets van te hebben gezien en
meent, dat het door de meeste van de verenigingen niet is gedaan. Hij
merkt op, dat het subsidie van 500,van Excelsior eertijds onder
Burgemeester Hermans met een bedrag van 500,uit het jeugdpotje is
verhoogd.
De Voorzitter zegt, dat het raadsel ten aanzien van Excelsior nu gelijk
is opgelost
Hij vraagt wie van de Raadsleden nog het woord over dit punt verlangt,
dan wel stemming wenst of een tegenvoorstel heeft.
Het Raadslid Bensbach stelt voor om Excelsior in orde van grootte bij
de verdeling van het jeugdpotje te betrekken.
De Voorzitter vraagt van wie en tot welk bedrag het is af te nemen.
De heer Bensbach noemt de fanfare en een bedrag van 50,
De Voorzitter vraagt wie van de Raadsleden het voorstel van de heer
Bensbach steunt en merkt op, dat volgens het reglement van orde van de
Raadsvergaderingen het voorstel tenminste door 2 leden dient te worden
gesteund om voor aanvaarding in aanmerking te komen.
Deen van de Raadsleden steunt het voorstel van de heer Bensbach en gaan
zonder hoofdelijke stemming met het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het verlenen van subsidie van plaatselijke jeugdverenigingen
conform het aangeboden concept-besluit, akkoord.
IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschikbaarstellen
van een aanvullend krediet voor het verrichten van onderzoekings
werkzaamheden door het Economisch Technologisch Instituut te Tilburg.
De Voorzitter geeft voorlezing van het betreffende prae-advies van Bur
gemeester en Wethouders. Hij zegt, dat het noodzakelijk is om het des
tijds gevoteerde krediet met 5.000,te verhogen en te brengen op
10.000,Hij merkt nog op, dat het E.T.I. zeer belangrijk werk
voor de gemeente verricht en het rapport onontbeerlijk is.
Het Raadslid van linden vraagt voor hoeveel jaren het rapport en het be
drag geldt.
Voorzitter antwoordt, dat aan het rapport verder wordt gewerkt en het
voor een reeks van jaren kan zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders akkoord gegaan.
V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschikbaarstellen
van een krediet ten behoeve van onderzoekingswerkzaamheden door het
Economisch Technologisch Instituut te Tilburg.
De Voorzitter geeft op di1/fcunt een nadere toelichting. Hij zegt, dat
dit op een geheel ander vlak ligt. Hij stelt, dat het hier het maat
schappelijk opbouwwerk in de zuid-westhoek betreft en gaat over het
jeugdwerk, beroepskeuzevoorlichting, enz.