Men is gehouden, aldus de Voorzitter, volgens eigen geweten het alge
meen belang te dienen.
De Voorzitter schetst vervolgens de ontwikkeling van de tijd. Hij
stelt dat de tegenwoordige gemeente niet meer is te vergelijken met
die gemeenschap van voor de oorlog, waarin alleen zaken binnen de mu
ren van eigen veste aan de orde waren.
Tegenwoordig leven we in een tijd waarin wordt gesproken van schaal
vergroting, de politiek is niet meer plaatselijk. Men neigt al langer
hoe meer naar een regionaal verband. Men denkt thans provinciaal, na
tionaal en zelfs internationaal.
Als voorbeeld hiervan stelt de Voorzitter dat hij morgen een bespre
king heeft in Antwerpen met het Vlaams Economisch Verbond, aan welke
bespreking ook zal worden deelgenomen door de andere zuid-west-gemeen
ten.
Toch meent de Voorzitter de Raadsleden te moeten feliciteren, daar
zij naast deze moeilijke last met zijn verantwoordelijkheden toch ook
een prachtige taak op zich hebben genomen om door hun beleid een ver
dere toekomst op te bouwen naar het Putte van morgen.
De Voorzitter spreekt vervolgens de hoop uit evenals met het vorige
College ook met deze Raad vertrouwvol en rustig te kunnen vergaderen
en samenwerken, waarbij kan worden gerekend op de medewerking van
een staf van eigen personeel met daarnaast ook specialisten zoals
planologen, stedebouwkundigen, enz.
Hij stelt, dat in het verleden wel eens kritiek is uitgeoefend op de
zgn. informele besprekingen welke aan de openbaarheid zijn onttrokken.
De Voorzitter trekt hier een vergelijking met het bedrijfsleven en
stelt dat elk bedrijf alvorens tot bepaalde besluiten te komen hier
over tevoren wel onderhandelingen moet voeren welke niet in de open
baarheid gebracht kunnen worden.
Het vorige Raadscollege is echter altijd uitvoerig over de zaken in
gelicht, De Raadsleden wisten altijd hoever de zaken stonden. De
nieuwelingen onder de Raadsleden zullen in de toekomst ervaren, dat
de onder handen zijnde plannen en werkzaamheden groots en ingewikkeld
blijken te zijn en dat deze plannen, gezien het korte tijdsbestek
voor de vergaderingen dikwijls moeilijk te verwerken zijn, zeker voor
de nieuwe leden. In het belang van de gemeente is het geboden over
deze zaken rustig te kunnen vergaderen, terwijl de Raadsleden toch
volledig op de hoogte zullen worden gehouden.
De Voorzitter spreekt hierna nogmaals zijn gelukwensen uit met de
hoop op een prettige samenwerking.
5. Verkiezing wethouders.
De Voorzitter stelt dat de Raadsleden onmiddellijk worden geconfron
teerd met een zwaar probleem n.l. de verkiezing van de wethouders.
Hij schetst de taak van het College van Burgemeester en Wethouders
in het dagelijks bestuur en geeft een opsomming van de werkzaamheden
van dit College zoals voorbereiding Raadsbesluiten en uitvoering daar
van. Daarnaast heeft het College nog een eigen zelfbestuurstaak n.l.
het uitvoeren van voorschriften zoals deze in de wet zijn neergelegd.
Vanavond zullen 2 Raadsleden worden gekozen die met de Voorzitter het
College van Burgemeester en Wethouders zullen uitmaken.
Hij stelt voor deze verkiezing in 2 gedeelten te behandelen en de
wethouders dus om de beurt te kiezen. Hij wijst in dit verband nog op
een misverstand, dat de eerste gekozen wethouder als loco-burgemeester
zou zijn aangewezen. De Voorzitter stelt dat de loco-burgemeester
door het College van Burgemeester en Wethouders zal worden benoemd.
Ingevolge het reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad
stelt de Voorzitter voor de leden Buijs en van Linden te laten funge
ren als stemmingscommissie.