Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente Putte,
gehouden ten gemeentehuize op dinsdag 6 september te 20.00 uur.
Aanwezig: de heren H. de Bruijn, J.R. Sluijts, L.J. Buijs, G-.J.M.
Suijkerbuijk, H. Bensbach, P.O. van Linden en J.L. de Light, Raads
leden, alsmede de Voorzitter J.A.M. Boudrie, burgemeester.
Notulist: Gr.CJvan Linden.
1. Opening.
De Voorzitter opent de openbare Raadsvergadering met het gebruikelijke
gebed. Hierna heet hij de Raadsleden hartelijk welkom en speciaal de
Raadsleden, welke voor de eerste maal in het College zitting hebben.
Alvorens verder uit te weiden stelt hij punt 2 van de agenda aan de
orde
2. Beëdiging Raadsleden.
De Voorzitter geeft een nadere uiteenzetting betreffende de inhoud van
de zuiveringseed en de ambtseed, zoals deze door de gemeentewet zijn
voorgeschreven.
Vervolgens vraagt hij de Raadsleden of deze bereid zijn de eed dan wel
de belofte af te leggen.
Met uitzondering van het Raadslid de Light, welke de voorkeur geeft
aan de belofte, verklaren alle Raadsleden zich bereid de eed af te
leggen.
a. Zuiveringseed.
Na voorlezing van de tekst der zuiveringseed door de Voorzitter
antwoorden de Raadsleden H. de Bruijn, J.R. Sluijts, L.J. Buijs,
Gr.J.M. Suijkerbuijk, P.O. van Linden en H. Bensbach, gezamenlijk
"Zoo waarlijk helpe mij God almachtig".
Daarna doet de Voorzitter voorlezing van de tekst voor het afleg
gen der belofte, waarop het Raadslid de Light antwoordt "Dat beloof
ik".
b. Ambtseed,
De Voorzitter leest de tekst der ambtseed voor, waarop de Raadsleden
H. de Bruijn, J.R. Sluijts, L.J. Buijs, G.J.M. Suijkerbuijk, P.O.
van Linden en H. Bensbach, afzonderlijk antwoorden "Zoo waarlijk
helpe mij God almachtig".
Vervolgens doet de Voorzitter voorlezing van de tekst der belofte
waarop het Raadslid de Light antwoordt "Lat verklaar en beloof ik".
Na het afleggen der zuiveringseed en ambtseed resp. belofte spreekt
de Voorzitter zijn gelukwens uit t.a.v. de Raadsleden. Hij stelt dat
de Raadsleden een moeilijke taak wacht en dat de leden van het vroegere
Raadscollege dit weten. Vervolgens schetst de Voorzitter de taak van
de Raad met zijn verantwoordelijkheden zoals deze in de gemeentewet
is weergegeven, voornamelijk betreffende de gemeentelijke autonomie.
Hij spreekt van een dynamische tijd na 1945, waardoor aan de gemeente
lijke autonomie veel afbreuk is gedaan.
Hij stelt vervolgens, dat de Raadsleden een verantwoordelijkheid en
een belangrijke last op de schouders hebben genomen. De eed of de be
lofte is afgelegd in en voor het algemeen belang. Men kan voor moei
lijke beslissingen komen te staan, waarbij enerzijds de belangen van het
gehele kiezerskorps en anderzijds belangen van een bepaalde groep in
het geding zijn.
Bij botsingen van belangen met het algemeen belang is elk Raadslid ge
houden zich voor het algemeen belang in te zetten. In dit verband
haalt de Voorzitter artikel 51 der gemeentewet aan waarin is gesteld,
dat de Raadsleden stemmen zonder last of ruggespraak met hen, die be
noemen.