Notulen van de spoedeisende vergadering van de Raad der gemeente Putte, gehouden op vrijdag 22 juli 1966 des avonds om 8 uur ten gemeentehuize. Aanwezig: H. de Bruijn en Pr. Vereist, wethouders, alsmede de Raadsleden D. Baart, G.J.M. Suijkerbuijk, H. Bensbach, C. Theunen en A.L. Kil. Voorzitter: J.A.M. Boudrie, burgemeester-secretaris. Notulist: L. Hendriks, commies ter secretarie. I.Opening. De Voorzitter opent de vergadering met gebed en heet de aanwezigen harte lijk welkom. Hij deelt mede, dat enkele dringende punten dienen te worden behandeld en daarom deze spoedeisende vergadering is belegd. Vervolgens stelt hij aan de orde: II. Onderzoek geloofsbrieven en toelating van de op 1 juni 1966 tot lid van de Raad benoemde leden. De Voorzitter deelt mede, dat de geloofsbrieven overeenkomstig het regle ment van orde voor de vergaderingen van de Raad door een Commissie van drie leden dienen te worden onderzocht. Hij wijst daarvoor de Raadsleden Bensbach, Baart en Kil aan en verzoekt aan de heer Bensbach als rapporteur van de Commissie te willen fungeren en vraagt aan notulist Hendriks om zonodig assistentie te verlenen voor welk onderzoek hij de vergadering schorst. Na de heropening van de vergadering brengt de heer Bensbach rapport uit. Hij deelt mede, dat bij de Commissie geen bedenkingen tegen de onder zochte geloofsbrieven bestaan. De Voorzitter dankt de Commissie voor het onderzoek. Voorgesteld wordt tot de toelating van H. Bensbach, H. de Bruijn, L.J B.L. Buijs, J.R. Sluijts, G.J.M. Suijkerbuijk, P.C. van Linden en J.R. de Light te besluiten. Met het voorstel wordt akkoord gegaan. III. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een geldleningsovereenkomst met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeen ten te s-Gravenhagegroot 150.000»voor consolidatie van vlottende schuld. De Voorzitter geeft aan de hand van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders op dit punt een nadere toelichting. Hij zegt, dat er van Regeringswege de laatste tijd steeds maar op wordt aangedrongen om de vlottende schuld te consolideren, waardoor meer stabiliteit wordt ver kregen. Hij merkt op, dat per 1 juli j.l. de netto-schuld ƒ.183.224, bedroeg. Hij stelt, dat men zich gelukkig mag voelen met deze geldlening van/. 150.000,die wordt aangegaan onder de algemeen bekende voor waarden. Hij spreekt de hoop uit, dat spoedig voor de resterende schuld een vaste belegging mag worden gevonden. Voorgesteld wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders en conform het aangeboden concept-besluit tot het aangaan van de geldleningsovereenkomst te beslui ten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van het Raads- besluit van 22 april 1966 tot onderhandse aanbesteding van werken van het bouwrijpmaken van gronden in het bestemmingsplan "Kom Putte". Ook op dit punt geeft de Voorzitter een nadere toelichting. Hij deelt mede, dat destijds door de Raad is ingestemd mede naar aanleiding van de adviezen van de technische adviseurs tot onderhandse aanbesteding van een groot gedeelte van het bouwrijp maken van gronden in het bestemming plan "Kom Putte". Hij stelt, dat een nota van de Minister, waaruit een grote behoefte aan bestedingen van waterstaatswerken bleek, voor het Provinciaal Bestuur aanleiding is geweest om bedenkingen tegen de onder handse aanbesteding te opperen en de tijd rijp werd geacht voor openbare aanbestedingen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1966 | | pagina 30