fK
-9-
ook hieraan geen gehoor te geven. Hij stelt dat er geen druk mag
worden uitgeoefend op het College van Burgemeester en Wethouders in
deze
De Voorzitter zegt dat de meest urgente gevallen het eerst worden
geholpen.
Het Raadslid BsMfca; Baart zegt het niet eens te zijn met het gestelde
door het Raadslid Bensbach. Hij zegt dat er al eens eerder woningen
zijn toegewezen terwijl er toch urgentere gevallen waren. Toen is
er toch ook druk uitgeoefend op het College van Burgemeester en Wet
houders. Hij wijst in dit verband op de toewijzing van de woning van
dhr. Bekkers aan dhr. van Beeck.
Het Raadslid Bensbach zegt, dat deze woning door de Raad is toegewe
zen.
Het Raadslid Baart zegt dat dit geval in het voordeel was van het
Raadslid Bensbach. Hij zegt er verder niet op te willen antwoorden.
Het Raadslid Bensbach herhaalt nogmaals dat het hier 5 woningtoewij
zingen betrof.
De Voorzitter maakt een eind aan de discussie en zegt dat het College
van Burgemeester en Wethouders zal beslissen.
Het Raadslid Baart zegt nog, niet de bedoeling te hebben om druk op
het College uit te oefenen.
De Voorzitter vraagt of er nog Raadsleden gebruik willen maken van
de rondvraag.
Het Raadslid Suijkerbuijk vraagt of het niet mogelijk is om voor
kleine werkzaamheden, zoals trottoirbanden laten zakken e.d., de
G.S.W.-arbeiders in te schakelen als deze niet in een andere gemeente
werkzaam zijn, wanneer de gemeente-arbeiders hiervoor geen tijd be
schikbaar hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad wel mogelijk zou zijn,
maar dat hiervan slechts zeer sporadisch gebruik van zal worden ge
maakt. Wanneer de G.S,W.—arbeiders naar Putte komen ligt er steeds
een volledig werkplan gereed. Dit betreft altijd zeer urgente werk
zaamheden. Het College van Burgemeester en Wethouders zocht voor de
uitvoering van dergelijke kleine werkzaamheden een andere oplossing.
Gedacht wordt aan de mogelijkheid om deze werkzaamheden te laten uit
voeren door de firma welke de gronden in Putte zal gaan bouwrijpma-
ken.
Nadat niemand meer het woord verlangt stelt de Voorzitter de Raad
voor over te gaan in besloten vergadering.
De Raad gaat hiermede zonder hoofdelijke stemming akkoord, waarna
de deuren worden gesloten.
Na heropening door de Voorzitter van de openbare vergadering stelt hij
aan de orde punt 19 van de agenda.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het onderhands aan
besteden van werken van het bouwrijpmaken van gronden in het be
stemmingsplan "Kom Putte".
Zonder hoofdelijke stemming wordt met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders akkoord gegaan.
20. Sluiting.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der
gemeente Putte, gehouden op 23 juni 1966.
De Raad voornoemd,
De WethouderI De Voorzitter, J