-8~
18. Rondvraag
De Voorzitter deelt mede, dat alvorens in besloten vergadering
zal worden overgegaan, de Raadsleden in de gelegenheid worden ge
steld tot het stellen van vragen. Dit mede om de pers terwille te
zijn.
Het Raadslid Baart vraagt inlichtingen omtrent het gezin van den
Bergh. Hij heeft gehoord, dat deze familie voor 1 januari uit het
huis moet. Dit in verhand met de verbreding van de Putseweg. Hij
vraagt of dit gezin met spoed aan een ander huis kan worden geholpen.
De Voorzitter antwoordt, dat deze kwestie vanmiddag in de vergade
ring van Burgemeester en Wethouders is besproken. Het College zit
op het ogenblik met 3 urgente gevallen die in aanmerking komen voor
woningtoewijzing. Er is nog geen beslissing gevallen. Er komt één
woning vrij. Er is echter nog niet besloten aan wie deze woning zal
worden toewezen.
Het Raadslid Baart stelt dat de woning Nieuwstraat 30 vrijkomt. Hij
vraagt of deze woning aan dhr. v.d. Bergh kan worden toegewezen, om
dat deze man uit zijn huis moet. Hij noemt dit toch een urgent geval.
De Voorzitter zegt, dat deze kwestie inderdaad zeer urgent is, Van-
\ege de Provincie is ook verzocht dit gezin voor 1 januari aan een
andere woning te helpen. Het College van Burgemeester en Wethouders
moeten echter beslissen uit 3 gevallen. Er zijn nog 2 zeer urgente
gevallen.
Het Raadslid Baart stelt dat het hier toch een zeer urgent geval be
treft. Dit gezin is voor drinkwater nog aangewezen op putwater.
De Voorzitter deelt mede dat de 2 andere gevallen even urgent zijn.
Het Raadslid Baart zegt dat hij dit zo vaak heeft meegemaakt. Er zijn
steeds maar urgente gevallen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat er thans in een tijdvak van 2
maanden 3 urgente gevallen zijn opgekomen. Hij stelt dat deze geval
len hoe langer hoe meer naar voren komen naar gelang de woningvoor
raad groter wordt. Dikwijls komen deze gevallen voor de dag, zoals
ook nu weer, via dokters-attesten i.v.m. ziekten e.d.
Het Raadslid Baart stelt dat er mensen zijn die maar naar de dokter
lopen om een bewijsje als ze geen huis toegewezen krijgen. Stel dat
de dokter maar bewijsjes afgeeft. De wereld is slecht, aldus het
Raadslid Baart.
De Voorzitter zegt ervan overtuigd te zijn dat er geen enkele dokter
een bewijs of verklaring zal afgeven dan in hoogst noodzakelijke ge
vallen.
Het Raadslid Baart spreekt toch de hoop uit dat deze man zal worden
geholpen.
De Voorzitter antwoordt dat deze kwestie de volle aandacht heeft van
Burgemeester en Wethouders.
Wethouder de Bruijn zegt dat het reeds enige maanden bekend is dat
er een woning zal vrijkomen. Hij zegt dat het geen nut heeft een
woning van te voren toe te wijzen. Het College heeft daarom ook ge
wacht tot de woning vrij komt.
Het Raadslid Baart zegt dat er toch een schrijven is van de Provin
cie, dat de woning van dhr. v.d. Bergh voor 1 januari vrij moet ko
men.
De Voorzitter zegt dat de Wethouder bedoelt dat er nog urgentere
gevallen kunnen komen. Vandaar dat thans gewacht wordt met toewijzing
tot de betreffende woning vrij is. Hij zegt nogmaals dat het gezin
v.d. Bergh de volste aandacht heeft van Burgemeester en Wethouders.
Het Raadslid Bensbach vindt het een kwalijke zaak dat er omtrent
dit onderwerp door de Raad druk wordt uitgeoefend op het College van
Burgemeester en Wethouders om een beslissing in deze te forceren.
Hij vindt het geen werk dat de mensen op deze manier Raadsleden be
naderen. Hij adviseert het College van Burgemeester en Wethouders dan