Nieuwjaarstoespraak Burgemeester dd. 28 januari 1965.
Mi' jne Heren,
Het komt mij nuttig voor bij de jaarwisseling ook ten aanzien
van het gemeentebeleid, uiteraard in grote trekken, een balans
op te maken over het voorafgaand jaar en een blik te werpen in
het komend jaar.
Bij de behandeling van de begroting 1964 hebben wij U in
dertijd een nota aangeboden betreffende de gemeentelijke si
tuatie-en problematiek.
Hierin hebben wij U uitvoerig gewezen op de geografische
ligging onzer gemeente, vooral ten opzichte van onze grote
buurgemeente Antwerpen en hierop aansluitend onze denkwijze
voor wat betreft de ontwikkeling van onze eigen gemeente weer
gegeven.
Alvorens over te gaan een terugblik te werpen op het be-r
leid gedurende 1964, voel ik mij verplicht eerst even stil te
staan bij de wijzigingen welke de bestuursorganen in het afge
lopen jaar ondergingen.
Op 7 februari werd geheel onverwacht van onze zijde wegge
rukt onze collega mede-bestuurder en onze vriend wethouder
Huijbrechts z.g. Een man die jarenlang met inzet van al zijn
krachten en aanwending van zijn rijke talenten de gemeente
maar ook de gemeenschap had gediend.
Ten zeerste geschokt hebben wij in een plechtige raadszit
ting deze wijze, rustige en ervaren mede-bestuurder met zijn
bijzonder grote verdiensten herdacht, om hem daardoor post-
huum enigermate de eer en dank te betuigen die hem in zo grote
mate toekwam. Gezamenlijk hebben wij hem op 10 februari d.o.v.
naar zijn laatste rustplaats begeleid. Moge hij na een arbeid
zaam leven reeds de eeuwige rust hebben verkregen.
Als zijn opvolger werd door IJ de heer de Bruijn als wet
houder gekozen, terwijl door de Heer Kil de vacante raadszetel
werd bezet.