-9-
Hij zegt, dat er een klein misverstand is geweest ten aanzien van het
doortrekken van een brandpad achter bedoelde woningwetwoningen, maar dat
daaraan nu niets gebeurd.
Het Raadslid Suijkerbuijk meent, dat twee meter van de achtertuin voor
het gedachte brandpad door de huurders van de woningen dient te worden^
afgestaan en vraagt of dat wordt vergoed aan de huurders als het niet in
de huurovereenkomst staat.
He Voorzitter zegt, dat omtrent deze kwestie overleg wordt gepleegd met
de Volkshuisvesting in hen Bosch en er tevens al een brief in bewerking
is om de betreffende bewoners in te lichten.
Hij zegt, dat de prikkeldraadafrastering achter de tuinen het weren van
de jeugd beoogt.
Het Raadslid Suijkerbuijk zegt het jammer te vinden voor de jeugd.
Voorzitter zegt, dat hij de schade niet graag zou betalen. Hij stelt,
dat voor het in optie kunnen geven van de bouwpercelen inmeting en uit
zetten in de uitbreiding West noodzakelijk was.
In Den Bosch zijn tevens al besprekingen gevoerd voor het tracé van de
wegen te mogen uitkappen. Hij merkt op, dat er nog meerdere besprekingen
gaande zijn en de gemeente met de uitvoering van de plannen van de grond
moet
A Het Raadslid Kil zegt, dat het grootste bezwaar anders ligt.
Wethouder de Bruijn noemt het kappen van bomen, dat de heer Baart beaamt.
De Voorzitter merkt op,'dat in de Burgemeester en Wethouders vergadering
al is gedacht om iemand te zoeken voor toezicht te houden.
Het Raadslid Suijkerbuijk vraagt of er aan het verzoek om aankoop van de
woning door de heer de Kort, verder al wat is gedaan.
Zowel de Voorzitter als Wethouder de Bruijn delen mede, dat de zaak is
doorgegeven aan Den Bosch voor taxatie. De Voorzitter zegt toe het te
zullen doen nakijken.
Het Raadslid Suijkerbuijk vraagt verder hoe de gang van zaken is bij de
bouw van een woning in de vrije sector.
Voorzitter antwoordt, dat eerst de bouwplanbehandeling bij Bouwtoezicht
aan de orde komt en daarna het geval voor rijksgoedkeuring naar Den Bosch
moet. Hij merkt op, dat vrije-sector-bouw een zeer moeilijke sector is.
Het Raadslid Suijkerbuijk informeert verder of men aan een bouwplan, na
dat het door de gemeente is goedgekeurd, niet meer kan veranderen met
betrekking tot de indeling enzovoorts.
Voorzitter zegt, dat hij het bedoelde geval kent en daar persoonlijk
zelfs voor op stap is geweest naar Den Bosch. Hij stelt, dat het plan
(P' totaal niet voldeed aan het uitbreidingsplan, en dat hij de bewuste per
soon heeft geadviseerd om voor de nog bendoigde grondstrook van de ge
meente, een verzoek daartoe in te dienen bij Burgemeester en Wethouders,
dat nog steeds niet binnen is. Hij zegt, dat 'men de persoon in kwestie
zeer terwille is geweest en tussentijds toch het plan in Den Bosch te
hebben ingediend. Hij noemt het een lijdensweg.
Het Raadslid Suijkerbuijk merkt op, dat de vraag van hem zelf komt en
het voor zich wil weten.
De Voorzitter merkt nog op, dat het door iemand was gezegd, dat het plan
voldeed aan het uitbreidingsplan, dat echter maar schijn was.
Met het plan zoals het nu is ingediend kan art. 20 bij Gedeputeerde Sta
ten worden aangevraagd. Hij zegt, te hopen dat binnen korte tijd de be
wuste persoon zal kunnen gaan bouwen.
Het Raadslid Suijkerbuijk merkt op, dat inwendige verbouwingen dus geen
rol spelen.
Voorzitter antwoordt, dat het oorspronkelijk plan in zijn geheel niet
voldeed aan het uitbreidingsplan wat met het later ingediende plan wel
het geval is.
Het Raadslid Baart merkt op, dat het plaatsen van een urinoir reeds in
de Raad beharxfeld is. Hij vindt het gemis daarvan verschrikkelijk en meent
dat het hoog tijd wordt dat daar verandering in komt. Hij noemt het een
sleur en onhygiënisch geval. Hij hoopt, dat Burgemeester en V/ethouders
het nog eens onder ogen zien.
i