Aan de hand van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders geeft de Voorzitter een nadere toelichting. Hij zegt, dat het een regeling is die praktisch overal reeds geldt. Het Raadslid Suijkerbuijk zegt, het voorstel toe te juichen, maar vraagt om aan de nieuwe regeling wel de hand te doen houden. Hij merkt op, zelf het eens te hebben gezien, dat men op zondag ondertrouw kwam doen. De Voorzitter antwoordt, dat men graag bereid is om ook buiten de kan tooruren te helpen, maar over het opgemerkte, contact zal opnemen met de betreffende ambtenaren. Het Raadslid Suijkerbuijk acht hulp buiten de kantooruren niet nodig en wijst op de voor iedereen geldende vijfdaagse werkweek. De Voorzitter zegt toe, het met de ambtenaren te zullen bespreken. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders en conform de aangeboden concept-verordening tot de vaststelling van de verordening, bepalende de uren van het bureau van de burgerlijke stand, met algemene stemmen besloten. VII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een "Verordening als bedoeld in artikel 11lid 2 der Winkelsluitings wet 1951 De Voorzitter geeft voorlezing van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders. Hij zegt verder, dat eerder van een gelijke wijziging is af gezien, omdat er gevaar bestond, dat men de bestaande afwijkende rege ling zou afzwakken. De voorgestelde wijziging is redelijk en haalbaar te achten. Het Raadslid Bensbach stelt, dat volgens artikel 1 van het concept ook de verkoop in winkels wordt toegestaan en vraagt of dat geen moeilijk heden zal geven. Het betreffende artikel ziet hij graag uitgebreid met "uitsluitend buiten de winkel". De Voorzitter meent, dat het dan een moeilijke kwestie wordt als men een kraampje voor de winkel plaatst en de verkoop uit de winkel daarmee niet ondervangen wordt. Het Raadslid Beifbach antwoordt, dat de betreffende winkelier hetzelf zo heeft voorgesteld. De Voorzitter denkt, dat er in de praktijk weinig van terecht zal komen. Het Raadslid Baart zegt, dat deze kwestie al eens eerder is besproken. Hij staat op het standpunt, dat ook verkoop uit de vinkei moet worden toegestaan. Hij merkt op, dat de vissers er vroeg op uittrekken en het de winkelier ook zijn branche is. Hij verheugt zich, dat deze kwestie eindelijk opgelost wordt. Het Raadslid Suijkerbuijk merkt op, dat eertijds ook aan de rustversto ring is gedacht en als de verkoop nu niet uit de winkel maar wel op straat mag, men nog meer rumoer en gerucht op zondagmorgen krijgt. Het Raadslid Bensbach merkt op, dat verkopers van elders toch ook op straat staan. Hij zegt, dat er geen bezwaar is als er nog meer aanvragen komen om die ook toe te staan. De Voorzitter antwoordt, dat het innemen van een standplaats langs de provinciale weg zonder vergunning van de Provincie in strijd is met het Provinciaal Wegenreglement en tegen het innemen van standplaatsen op grote schaal de Provincie zich wel zal verzetten. Het Raadslid Baart ziet er geen gevaar in en merkt op, dat de kopers toch meestal hun adres aanhouden. De Voorzitter meent, dat men rustig de ontwikkeling kan afwachten. Het Raadslid Bensbach zegt met de vaststelling van de aangeboden verorde ning akkoord te gaan met uitzondering van het bepaalde in artikel 1 om trent de verkoop in winkels, waarvan hij aantekening verlangt daar tegen te zijn.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1965 | | pagina 53