-4-
De Voorzitter betuigt zijn hartelijke dank aan de Raadsleden en richt
een warm proficiat aan het adres van de heer Croonen, die steeds klaar
heeft gestaan en ondanks de sombere weersgesteldheid vanavond naar
Putte is gekomen. Hij zegt te weten voor welke enorme problemen de heer
Croonen gestaan heeft en daaraan bij het eerste contact met hem in 1963
met een bezwaard gemoed heeft gedacht, maar overduidelijk is gebleken
dat hij voor geen kleinigheid vervaard is en bijzonder goed werk heeft
verricht. Hij hoopt, dat kortelings nieuwe partiële plannen aan de
orde kunnen komen en zich niet alleen tot papier zullen beperken. Onder
dankzegging voor alles wenst hij de heer Croonen een goede thuisreis
toe
V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een ge
meenschappelijke regeling met de gemeenten Huijbergen en Ossendrecht
tot het gemeenschappelijk ophalen van huisvuil in deze gemeenten.
Aan de hand van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders geeft
Voorzitter op dit punt een uitvoerige toelichting. Hij deelt verder
mede, dat de reinigingsdienst altijd een punt van zorg is geweest.
De ontwerp gemeenschappelijke regeling is op enkele ondergeschikte
punten nog te wijzigen. Ook een verhoging van de reinigingsrechten zal
te zijner tijd noodzakelijk zijn, waar aan een bedrag van 12,50 per
jaar is gedacht. Het verplicht stellen van het vuilnis meegeven is
nogal een moeilijke kwestie en is nog na te gaan of dat juridisch haal
baar is. Het komt gewenst voor om ook het bestuurlijke en administra
tieve gescheiden te houden, ook de benoeming van een waarnemend voor
zitter enzovoorts is nog nader te regelen. Hij vraagt wie van de ver
gadering omtrent dit punt het woord verlangt.
Het Raadslid Baart zegt, dat er al dikwijls over dit punt is gesproken
en blij te zijn met de nieuwe regeling. Hij vraagt of de verhoging
van de vuilnisrechten persé met zo een groot bedrag moet. Hij stelt,
dat het altijd direct belastingverhoging is en vraagt waar het naar
toe moet omdat het op het laatst onhoudbaar voor de mensen wordt en de
levensstandaard ook maar steeds duurder wordt.
De Voorzitter wijst op het begrotingstekort 1965 dat 26.000,be
draagt en dat in 1966 enorm veel hoger zal zijn. Hij stelt, dat men
ergens een middel moet zoeken om het haalbaar te maken, Het bedrag van
2,lijkt nergens op. Herhaaldelijk heeft Den Bosch er op geatten
deerd, dat de plaatselijke belastingen veel te laag en beneden het ge
stelde landelijke niveau liggen. Zolang dat het geval is, heeft geen
enkele poging om een hogere uitkering uit het gemeentefonds te krijgen
een schijn van kans. Aan een herziening van de belastingen die in voor
bereiding is, is niet te ontkomen. Hij zegt, dat de gemeente voor enor
me grote uitgaven komt te zitten en ook deze duurdere voorziening ergens
financieel haalbaar moet zijn, zoals ook dat het geval zal zijn met
andere belangrijke objecten, waarvan de uitvoering anders totaal onmo
gelijk zal zijn.
Het Raadslid Baart vindt de sprong van 2,haar 10,h 12,50
te groot. Hij zegt, dat het in kleinere gemeenten tweemaal zo duur wordt
dan in grotere gemeenten.
De Voorzitter zegt, dat hij het niet aandurft om de zaak zo bij Gedepu
teerde Staten ter goedkeuring in te sturen en men volgend jaar dan ze
ker met een verhogend voorstel moet terugkomen.
Het Raadslid Baart stelt, dat men in Den Bosch maar druk uitoefent, en
zegt, dat moet er komen.
Hf Voorzitter antwoordt, dat het niet Den Bosch, maar Den Haag is, die
eist, dat eerst de belastingen op het normaal en landelijk niveau wor
den gebracht, alvorens een verzoek om verhoging van de algemene uitke
ring uit het gemeentefonds kan worden bekeken.