-5-
Het Raadslid Suijkerbuijk vraagt de aandacht voor een speelterrein
voor de jeugd. Hij denkt aan het terrein achter de kerk, dat toch van
de gemeente is.
De Voorzitter merkt op, dat het laatste niet het geval is.
Hij vraagt of er wel behoefte aan een speelterrein bestaat.
Het Raadslid Suijkerbuijk zegt, dat hij denkt aan buiten-terrein voor
de schoolgaande jeugd voor sportoefeningen.
De Voorzitter antwoordt, dat voor dat doel het bedoelde terrein des
tijds door de gemeente aan het schoolbestuur is afgestaan, maar men er
totaal geen gebruik van maakt.
Het Raadslid Suijkerbuijk vraagt wie er dan destijds opdracht heeft ge
geven voor de aanleg van een rolschaatsenbaan.
Wethouder de Bruijn antwoordt, dat de gemeente op verzoek van het school
bestuur de rolschaatsenbaan heeft aangelegd en het gehele terrein heeft
afgerasterd. Hij merkt op, dat de kinderen van de rolschaatsenbaan des
tijds door een zeker persoon zonder meer zijn weggejaagd.
Het Raadslid Suijkerbuijk stelt voor om opnieuw contact daarvoor op te
nemen met de voorzitter van het schoolbestuur.
Wethouder de Bruijn stelt, dat het schoolbestuur van het terrein gebruik
kan maken.
A De Voorzitter zegt toe er in de komende maanden op terug te zullen komen
Het Raadslid Baart ziet het nut er niet van in. Hij wijst op het gebruik
van de zaal van Daniels, waarmee ze geholpen zijn. Hij meent, dat men zo
spoedig mogelijk tot de bouw van een gymnastieklokaal moet zien te komen
Op het bewuste terrein ziet hij het een warboel worden met vernieling
van de afrastering en zomeer. Hij zegt er niet direct voor te zijn.
De Voorzitter zegt, dat het wel de bedoeling is om de zaal van Daniëls
als tijdelijk gymlokaal te handhaven.
Het Raadslid Kil merkt op, dat de jeugd haar eigen weg zoekt en wijst
op het voetballen in den Akker.
Het Raadslid Baart zegt waar het mag voor de jeugd gaan ze niet.
De Voorzitter antwoordt, dat het de aandacht heeft.
Het Raadslid Baart vraagt of bij de controle en herstellingen van de
woningen in de Nieuwstraat ook de duplexwoningen in de Breestraat zijn
begrepen.
Wethouder de Bruijn antwoordt bevestigend.
Het Raadslid Baart betuigt het College van Burgemeester en Wethouders
en ook de heer van linden dank voor de overlegging en samenstelling
van de gemeentebegroting 1965.
0 Hij meent, dat de begroting 1966 beter tot zijn recht zal komen en
hoopt, dat die een algemeen overzicht en juist beeld van de financiële
toestand van de gemeente zal geven.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering met
gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der
gemeente Putte op 8 oktober 1965.
De Wethi
De Raad voornoemd
De Voorzitter