Het Raadslid Baart merkt verder op, dat er al diverse Raadsverga
deringen 'zijn geweest, maar hij liever meer openbare dan besloten
vergaderingen ziet. Hij stelt, dat de bevolking toch het recht heeft
om te weten welke zaken er zijn behandeld in de Raad en van een
openbare vergadering daarvan kennis kan nemen. Hij zegt voorstander
te zijn van minder besloten en meer openbare vergaderingen.
De Voorzitter is het met het standpunt ten aanzien van openbare ver
gaderingen met de heer Baart in principe volkomen eens. Met de be
wering, dat er zeer vele besloten vergaderingen zijn is hij het niet
eens. Het tegendeel is het geval, er zijn zeer weinig besloten ver
gaderingen. Hij stelt, dat er wel veel informele besprekingen zijn
gehouden waarin inlichtingen over punten aan de Raadsleden verstrekt
zijn, maar die absoluut niet in een openbare vergadering konden wor
den behandeld. Hij merkt op, dat de publieke belangstelling voor de
Raadsvergaderingen wel zeer minimaal is en hoopt dat de bevolking
daarvoor iets meer belangstelling zal gaan tonen. Ondermeer is reeds
van de zijde van de plaatselijke N.K,V.-afdeling gedacht om in een
voorlichtingsavond daarop de aandacht te vestigen. Hij stelt nog,
dat van gemeentezijde zoveel mogelijk openbaarheid wordt betracht
en wijst daarbij naar de in 1964 opgestelde beleidsnota over de pro
blematiek en de ontwikkeling van de gemeente, die in extenso in de
pers is opgenomen.
Het Raadslid Bensbach oppert het idee om belangrijke zaken en pro-
bi emëïr^vaïr~dë2dFör~lnidd el van een voorlichtingscirculaire bij de
bewoners thuis te brengen. Als' men niet naar ons komt, moeten wij
naar hun gaan, meent hij. Hij zegt, dat het prettiger ligt als de
bevolking van gemeentewege wordt ingelicht over wat er reilt en
zeilt. Hij merkt op, dat de voorlichting in eenvoudige vorm kan ge
beuren en de kosten daarvan niet zo hoog moeten zijn. Hij meent,
dat het toch mogelijk moet zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat het College van Burgemeester en Wet
houders met de suggestie akkoord gaat. Hij vraagt enige tijdruimte,
totdat hij wat ruimer in het personeel zit. Persoonlijk is hij er
het mee eens en vindt dat het ook nuttig is.
Het Raadslid Bensbach stipt het punt riolering even aan, waarvan
iedere inwoner dan kan lezen hoever het daar mee staat.
Voorzitter meent, dat de voorlichtingscircülaire is te beperken
tot belangrijke zaken en derhalve geen periodieke uitgave moet zijn.
Hij vindt het een goed idee.
Het Raadslid Baart zegt het gaarne te ondersteunen.
Het Raadslid Bensbach vestigt de aandacht op de afrastering van het
rioolgemaal in de Hogenbergdreef die herstelling behoeft.
De Voorzitter antwoordt, dat aan gemeentewerken daarvoor opdracht
is verstrekt en vorige week prijsopgave is gevraagd bij een tweetal
plaatselijke firma's.
Wethouder de Bruijn deelt nader mede, dat in eerste instantie aan
'een enkele poort is gedacht, maar met het oog op de op het terrein
aanwezige brandput een dubbele poort beter lijkt. Hij zegt, dat het
al enige tijd hangende is en blij zal zijn als er straks de tech
nisch ambtenaar is.
De Voorzitter merkt op, dat het 1 oktober zal zijn en een zeer goe
de kracht is.
Het Raadslid Vereist informeert hoever het staat met de bouw van de
ambtswoning.
De Voorzitter antwoordt, dat het schetsplan in zijn bureau ligt en
er al besprekingen met de heer Croonen en de architect over zijn ge
voerd. Als gevolg van overbelasting heeft hij nog geen tijd gehad
om het verder af te werken, dat hij echter een dezer dagen hoopt te
kunnen doen.
Hoewel ongebruikelijk vindt het Wethouder de Bruijn bij de aanbie
ding van de gemeente-begroting 1965 wel op zijn plaats om zijn waar
dering uit te spreken aan het adres van de ambtenaar van linden, die
tengevolge van het overlijden van de heer Emonts de gehele finan
ciële administratie van de gemeente en de samenstelling van de ge
meente-begroting 1965 op zijn schouders moest nemen.
gemeente -9-