straks moet betalen. De Voorzitter zegt, dat het wordt genoteerd en nagekeken. Het raadslid gil vestigt verder de aandacht, op het lozen van afval water door de bewoners van het pand Dorpsstraat 40 in de Breestraat. Alles komt de straat op, hij zou graag zien als daar iets aan gedaan wordt De Voorzitter zegt het reeds te hebben besproken met de politie. Bekeken zou worden welke andere mogelijkheden voor afvoer mogelijk zijn. Het antwoord heeft hij nog niet ontvangen. Hij zegt toe, dat het zal worden bekeken. Het raadslid Baart vraagt hoever het staat met de gemeenschappelijke vuilniswagen. De Voorzitter antwoordt, dat men er nog steeds over in contact is met Hoogerheide waar men er nog steeds mee bezig is. Hij merkt op, dat er ook nog contacten zijn met andere gemeenten. Het raadslid Baart vindt, dat het wel erg lang duurt en het zo niet kan blijven. De Voorzitter antwoordt, dat het voor deze gemeente alleen financieel Niet haalbaar is en vooral uit medisch oogpunt, de huidige werkwijze met de vuilniswagen hem een doorn in het oog is. Op de bijeenkomst van de streek B en W dinsdag a.s. zal hij het ter sprake brengen. Wethouder van de Ven meent zijn stem te moeten laten horen naar aan- leiding van een gepubliceerd artikel in "Brabants Nieuwdblad" van wethouder Mattheesens uit ossendrecht over de recreatie van de Zuid- Westhoek, wat hij wapengekletter van bedoelde wethouder noemt en ook de dreiging om naar Den Bosch te gaan. Ook in dagblad "De Stem" ver scheen, heeft genoemde wethouder hetzelfde dreigend geluid laten horen Hij stelt, dat de heer Mattheeusens wat gematigder had mogen zijn en een grote blunder heeft geslagen. Van iemand die reeds jarenlang in de raad zitting heeft valt het hem wel erg tegen. Hij vraagt aan de Voorzitter of die omtrent deze kwestie iets naders kan vertellen, dat naar zijn mening de raad ook gaarne zou horen. De Voorzitter zegt, dat hij iets in deze richting had verwacht en zijn visie daarom op schrift heeft gesteld, waarvan hij vervolgens als onderstaand voorlezing geeft. In verband met de opmerkingen van Wethouder van de Ven naar aan leiding van bepaalde opmerking van een wethouder der gemeente Ossen drecht in de openbare raadsvergadering van 29 april j.l. heb ik er behoefte aan hier nog het een en ander aan toe te voegen. Ook ik heb met stijgende verbazing kennis genomen van deze opmerk ingen. Wanneer deze wethouder meent op deze wijze gemeentelijke samenspraak en vooral intergemeentelijke samenwerking op gang te kunnen brengen, dan schept hijzelf het risico het tegendeel te be reiken. Uit het feit dat de Voorzitter zich van de achterdocht van de wet houder distancieerde mag worden geconcludeerd dat deze opmerkingen niet het standpunt van het gemeentebestuur van Ossendrecht vertolken, maar voor persoonlijke rekening van deze wethouder zijn, wat mij verheugt Om een enkele opmerking uit het persverslag aan te halen, merkte deze wethouder op dat sledhts één gemeente bereid was gebleken tot samenwerken, de andere twee bleven afzijdig Moeten we daar nu op blijven wachten". Dan tot de Voorzitter"Ik hoop dat Uw optimisme niet vergeefs is, maar ik vrees met vreze. Wanneer samenwerking met de nabuurgemeente niet mogelijk is, dan wordt het tijd, dat wij in Den Bosch eens duidelijk maken dat er iets moet gebeuren". Ik wil hier eerst opmerken dat de convocatie van het gemeentebestuur van Ossendrecht tot een samenspraak van de 4 colleges van B en W op volgende week dinsdag 25 mei a.s.,door ons college op 22 april j.l. werd ontvangen en de wethouder reeds op 29 april d.a.v. concludeert dat andere gemeenten niet willen samenwerken dus nog voor de bespre king zou plaats vinden, of op de convocatie was geantwoord.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1965 | | pagina 22