Notulen van de spoedeisende openbare vergadering van de Raad der ge meente Putte, gehouden op vrijdag 31 juli 1964 des avonds om 8 uur ten gemeentehuize. Aanwezig: A.J.P.M.van de Ven en H.de Bruijn wethouders, en de raads leden D.Baart, A.L.Kil, G.j.M.Suijkerbuijk, H.Bensbach en Pr.Vereist Voorzitter: J.A.M.Boudrie, burgemeester-secretaris. De notulen worden opgemaakt door L.Hendriks, commies ter secretarie. I. Opening. De Voorzitter opent de vergadering met gebed en heet de aanwezigen hartelijk welkom. Hij zegt blij te zijn, dat alle leden aan zijn ver zoek om aanwezig te zijn gevolg hebben gegeven. Hij merkt op, dat het geen grote maar wel een belangrijke agenda is en stelt vervolgens aan de orde: II. Verzoek van het r.k. schoolbestuur te Putte om het beschikbaar stellen van een schoolgebouw. De Voorzitter geeft op dit punt een zeer uitvoerige toelichting. Hij zegt, dat de kwestie van de school de raad wel bekend is en van het r.k. schoolbestuur een verzoek is ingekomen voor de bouw van een nieuwe school c.q. het beschikbaarstellen van een schoolgebouw. Hij deelt mede dat het huidige schoolgebouw in zeer slechte staat verkeert. Ondermeer is het dak totaal versleten, ontbreekt waterspeoling in de toiletten enz. Het schoolgebouw, dat in 1864 is opgericht, in 1871 is verbouwd en in 1913 door bijbouw is uitgebreid, is op 1 november 1921 op grond x van de L.O.Wet 1920 door de gemeente aan het r.k. schoolbestuur over gedragen. Hij zegt, dat reeds jarenlang pogingen in het werk zijn ge steld om deze kwestie, die bij de bevolking terecht als een "onderwijs kwestie" wordt gezien op te lossen. Hij merkt op, dat acht maanden ge leden deze zaak door de raad in besloten zitting opnieuw onder ogen is gezien en er toen voldoende redenen waren om deze zaak niet aan de openbaarheid prijs te geven, zoals dit ook met andere punten die in be sloten zitting of tijdens een informeel overleg zijn behandeld het ge val is geweest. Hij deelt sierder mede, dat de restauratie van de hui dige school is bekeken en bij besprekingen op het Ministerie van O.K.W. daarvoor maximaal een bedrag van f. 20.000,is toegestaan, dat echter weggegooid geld zou betekenen grondige restauratie zou zeker f. 120.000,kosten. Voor een nieuwe school moet minstens 8 jaar op de vereiste urgentie-verklaring worden gewacht. Hij stelt, dat op het Ministerie van O.K. en W echter voor de schoolkwestie Putte alle good will aan de dag is gelegd en de oplossing alleen is te vinden in de bouw van een semi-permanente school. Hij merkt op, dat met de raad en het schoolbestuur een en ander reeds is besproken en tijdens een excursie verschillende schoolgebouwen zijn bezichtigd. Uiteindelijk is de keuze gevallen op een eigen ontwerp van de Dienst Gemeentewerken. De school zal worden opgericht op de hoek Beukendreef-Prins Bernard- straat. Zowel de vereiste urgentie-verklaring als de rijksgoedkeuring zijn reeds ontvangen, als laatste hindernis rest nu nog het beschik baarstellen van het benodigde crediet en het aangaan van de daarvoor benodigde geldlening. Hij zegt, dat de kosten van de te bouwen semi- permanente houten school volgens een voorlopige begroting zijn geraamd op f. 170.000,waarbij uiteraard nog rekening is te houden metbde kosten van eerste inrichting van de school waarvoor nog een verzoek van het r.k. schoolbestuur is te verwachten. Hij stelt, dat het ver krijgen van een geldlening weer een hindernis is geweest. De situatie op de geldmarkt is momenteel zeer slecht te noemen. Toch is het deze week gelukt om bij de Rijkspostspaarbank Amsterdam een geldlening te krijgen van f. 200.000,

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1964 | | pagina 32