Hopelijk kan daar in de komende weken in een meer besloten
kring op terug worden gekomen.
Dames en Heren laat ons de toekomst hoopvol tegemoet zien.
In samenwerking van gemeentebestuur, de gemeenteraad en
de plaatselijke bevolking kan zeer veel voor Putte worden be
reikt
Laat dit voor ons allen het devies zijn voor een bloeiend
Putte
Ik dank U.
Hierna spreekt Burgemeester Boudrie de navolgende rede uit:
Hooggeachte leden van de Gemeenteraad.
Op deze voor mij zo bijzondere dag is het mij een behoefte
een enkel woord tot IJ te richten.
Allereerst past het mij mijn eerbiedige dank uit te spreken
aan H.M.de Koningin, voor het vertrouwen dat zij in mij heeft
gesteld door mij te benoemen tot burgemeester dezer gemeente.
Mijn hartgrondige dank evenzeer aan de Hoge Autoriteiten
welke eveneens van dit vertrouwen blijk hebben gegeven, door
mij voor deze benoeming aan te bevelen.
Ten zeerste ben ik getroffen door het bijzondere hartelij
ke welkom dat mij en mijn gezin reeds vanaf de grens dezer ge
meente werd toegeroepen. Putte dat een bijzondere naam heeft
vanwege zijn gemoedelijkheid en gulle gastvrijheid heeft weder
om bewezen dat het deze naam met ere draagt.
Reeds na de eerste kennismaking met de heren wethouders,
de wnd-gemeentesecretaris en de ontvanger op de dag waarop mijn
benoeming bekend werd, had ik het gevoel reeds geheel in de
Puttense gemeenschap te zijn opgenomen. Mijn vrouw en ik ver
heugen ons erop met or.s gezin zeer binnenkort in deze gemeente
en temidden dezer gastvrije bevolking te kunnen wonen en wij
twijfelen er niet aan dat wij ons spoedig één met haar zullen
gevoelen.
Dit hartelijk welkom, mijnheer de voorzitter, heb ik even
eens in overvloedige mate mogen beluisteren in de treffende
toespraak welke U namens de raad tot mij hebt willen richten
en waarvoor ik U dan ook gaarne mijn welgemeende dank betuig.
Van de diverse aangelegenheden welke door IJ naar voren
zijn gebracht heb ik goede nota genomen en ik geef U gaarne de
verzekering dat ik deze in zeer welwillende en ernstige over
weging zal nemen.
Mijnheer de voorzitter, IJ hebt mij zoeven bekleed met de
ambtsketen, het teken mijner waardigheid. Ik hoop dat het mij
vergund zal zijn deze keten vele jaren waardig te dragen.
Gaarne breng ik in herinnering de grote toewijding van mijn
ambtsvoorganger burgemeester Stuy, het vele dat door hem in
zijn ambtsperiode voor deze gemeente werd verricht en de vele
initiatieven door zijn grote werkkracht ontplooid.
Gedurende korte tijd, mijnheer de voorzitter, was de waar
neming van het burgemeestersambt daarna aan IJ toevertrouwd en ik
mag wel zeggen in bijzonder kundige hand.
Hierna werd het burgemeestersambt waargenomen door de heer
drs.Hermans, burgemeester van Woensdrecht. Het verheugt mij bij
zonder in zijn bekwame sporen te moger treden en ik prijs mij
gelukkig hem als een goede buur te mogen behouden.