Het raadslid Baart verklaart zich tegen het verrichten van
stencilwerk voor particulieren. Hij zegt verbaasd te hebben
gestaan over een aan de vooravond van de verkiezingen ont
vangen gestencild verkiezingspamflet. Hij vraagt zich nog
steeds af hoe^dat zo vlug voor elkaar hebben gekregen.
De Voorzitter vraagt de heer Baart om het verkiezingspam
flet er buiten te laten. Voor stencilwerk voor particulieren
is hij tegen. Hij vraagt of er praktijk voorbeelden zijn.
De Secretaris, antwoordt dat het overwegens instellingen en
verenigingen betreft en het zeer sporadisch ten behoeve van
particulieren voorkomt waarvan hij geen voorbeelden kent.
De Voorzitter is het met het raadslid Baart eens, dat
stencilwerk voor particulieren bij het bedrijfsleven thuis
hoort. Voor verenigingen of instellingen die algemene Putse
doelstellingen behartigen kan hij er inkomen. Hij meent, dat
wanneer het geen noodsituatie is het voor particulieren
achterwege dient te blijven en het vooraf in B W is te be
handelen.
Het raadslid Baart vraagt waarom op volgnummer 119 (riool
belasting ingevolge art.275 der gemeentewet) een pro-memorie
raming is opgenomen en of dat wel juist is.
Het raadslid Baart vindt de raming op volgnummer 38 (ver
teringen t.b.v. het stembureau van stemopneming) te hoog.
Hij meent, dat het met de helft van het geraamde bedrag ook
kan. Hij zegt, dat de raadsleden hun medewerking en ook
assistentie bij de stemmingen moeten verlenen.
De Secretaris zegt, dat de post royaal is geraamd.
De Voorzitter deelt mede, dat de raming bij gelegenheid via
een begrotingswijziging tot f.50,-- zal worden teruggebracht.
Bij volgnummer 186 (subsidies en bijdragen aan Kruisvereniging
en) deelt de Voorzitter mede, dat door de plaatselijke af
deling van het Wit-Gele Kruis de rekening 1961, en conform
de voorschriften van de Prov.Noord-Brabantse Bond van het
Wit-Gele Kruis, de begroting 1963 met een verzoek om subsi
dieverhoging is ingediend. Hij stelt, dat men er met de
huidige subsidie niet uitkomt. Hij stelt voor om het subsidie
met een bedrag van f.2600,zoals opgenomen in de 1e be
grotingwijziging 1963, te verhogen. Hij wijst er op, dat
zonder de noodzakelijke verhoging het Wit-Gele Kruis niet
kan blijven bestaan en het dan een zorg voor de gemeente
wordt, wat zeker meer zal kosten.
Hij vraagt wie van de vergadering hierover nadere toe
lichting of het woord verlangt.
Geen der raadsleden verlangt nadere toelichting of het woord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen tot
verhoging van het subsidie met f.2600,aan het Wit-Gele
Kruis besloten.
Het raadslid de Bruijn vraagt zich bij volgnummer 226
kosten bouwpolitieaf waar het naar toe gaat. Hij vraagt of
er geen mogelijkheid is voor een eigen dienst in combinatie
met een andere gemeente waar het zijn inziens in de toekomst
toch naar toe zal moeten.
De Voorzitter ziet het als een moeilijk geval. Hij stelt,
dat men met een eigendienst meer vertrouwd geraakt aan de
persoon die men echter geen promotiekansen kan garanderen.
Financieel zit men aan Bouwtoezicht als nen uittreedt nog
drie jaar vast. Voor een zelfstandige eigen dienst ziet hij
geen kans. Hij wijst er nog op, dat een kleine gemeente niet
in staat wordt geacht om het zelf te doen en het herhaalde
lijk voorkomt, dat door GS. bij de Kroon voorgedragen raads
besluiten van uittreding worden vernietigd.