iL
secretaris met de penningmeester is besproken.
Op verzoek van de Voorzitter deelt de Secretaris mede, dat er door het
ongunstige seizoen wijziging in de eertijds overgelegde stukken is ge
komen en een nieuw overzicht volgend de werkelijke toestand door "Grens
wachters" zal worden ingediend.
Het raadslid Baart stelt, dat rekening en verantwoording van de "Grens
wachters" niet binnen is en er derhalve nog geen sprake over het ver
hogen van het subsidie is.
De Voorzitter antwoordt, dat de rekening en verantwoording er wel is.
Het raadslid Baart stelt, dat er met het overleggen van de cijfers van
het vorige seizoen geen kleine maar een veel grotere stagnatie is ge
weest. Hij zegt te moeten constateren of de overlegde rekeningen wel
zuiver en juist zouden zijn. Hij merkt op, dat de kascontr*lecommissie
van het kastje naar de muur wordt gestuurd.
Hij wijst op het in het jaaroverzicht opgenomen tekort van f.300,en
vraagt waar het batig saldo van destijds ad. f.1600,is gebleven.
De Voorzitter antwoordt, dat "Grenswachters" op 't ogenblik met een lege
kas zit.
Het raadslid Baart vraagt nogmaals waar het door een vroegere penning
meester overgedragen batig saldo van f.1600,is gebleven en of de heer
Suijkerbuijk daarover inlichtingen kan geven.
De Voorzitter informeert wanneer bedoelde overdracht heeft plaatsgevon
den.
Het raadslid Baart zegt, dat het batig saldomaanwezig was bij de over
dracht van de kas door penningmeester van Beeck.
De Voorzitter antwoordt, dat Grenswachters gehouden is aan het afleggen
van rekening en verantwoording en de laatste overlegde rekening juist
is bevonden en de overgelegde begroting 1963/1964 nu niet meer klopt.
Het raadslid de Bruijn merkt op, dat hij in de betreffende jaarverga
dering van Grenswachters aanwezig is geweest en ook deel heeft uigemaakt
van de controlecommissie van de rekening 1959-1960 en alle gecontr&eer-
de stukken in orde zijn bevonden.
De Voorzitter meent, dat het beste is om af te wachten wat er aan be
groting wordt overgelegd.
Het raadslid Suijkerbuijk zegt ingenomen te zijn dat de heer Baart juist
is ingelicht en daarover een leuke beschrijving heeft gegeven. Hij zegt
er prijs op te stellen om mede te delen dat de op 22 januari j.l. inge
diende begroting niet overeenstemt met de werkelijke ontvangsten en, dat
daarvoor een nieuwe wijziging voor noodzakelijke subsidie-verhoging zal
worden ingediend, die naar hij hoopt ter inzage komt voor de raad.
De Voorzitter stelt^; dat de nieuwe begroting voor subsidie-verhoging in
de raad moet worden behandeld en, dat deze kwestie dus vanzelf terug
aan de orde komt. Hij meent, dat de fout aan twee kanten ligt en noemt
daarbij de lege kas, het gering saldo, dat hij ook een wankele basis
acht
Wethouder van de Ven stelt, dat het hoofdzakelijk in achterstallige ter-
reinhuur over verschillende jaren zit.
De Voorzitter meent, dat het wijst op een duidelijke toename aan eigen
bezit. Wethouder van de Ven antwoordt, dat het niet kan. De Voorzitter
stelt, dat penningmeester Verswijveren met de heer Emonts behoorlijk
in staat kunnen worden geacht om goede stukken over te leggen.
Wethouder Huijbrechts stelt, dat rekening en verantwoording van Grens-
wachters wel binnen sijn. Het raadslid Baart zegt, dat eerst rekening en
verantwoording is over te leggen aan de raad. De Voorzitter stelt, dat
rekening en verantwoording is over te leggen aan B W en het niet ge
steld is aan de raad. Het raadslid Baart zegt, dat het toch is over te
leggen aan de raad.
De Voorzitter deelt mede, dat het formeel aan B W behoort en ook is
gebeurd. In een later stadium is gespreken over meer subsidie in de raad
Nadien is om subsidie-verhoging gevraagd waarvoor via een door de raad
vast te stellen begrotingswijziging gelegenheid bestaat.
Het raadslid Baarf betwijfelt de mededeling van het raadslid de Bruijn
ten aanzien van de controle van de rekening 1959/60 en zegt van het ba
tig saldo van f.1600,zelf van oud-penningmeester van Beeck te hebben
gehoord en het verder te zullen onderzoeken. Wethouder van de Ven zegt,
dat de mededeling van de heer de Bruijn juist""en de rekening 1957/58
-4- z.o.z. blz.4a.