Het raadslid Baart merkt verder op, dat door J.v.d.Berg uit de Schaepmanstraat een bouwvergunning is aangevraagd en die nog niet is verstrekt, terwijl iemand die later vergunning heeft gevraagd die al heeft ontvangen. Hij vraagt hoe dat zit. De Voorzitter antwoordt, dat het met J.v.d.Berg wachten is op rijks- goedkeuring. Hij noemt het geval van den Berg een ingewikkelde ge schiedenis. Hij zegt, dat een voorbereidingsbesluit is genomen, dat op het betreffende perceel geen bebouwing was voorzien. Hij merkt op, dat tevens geen complete bouwaanvrage is ingediend, en van den Berg zich zondermeer daar bij neergelegd heeft. Van de mogelijkheid om bungalows op de betreffende grondstrook te projecteren is gebruik gemaakt. Het daarna door v.d.Berg ingediende bouwplan is behandeld en in februari 1962 voor het verkrijgen van de vereiste rijksgoed keuring aan Den Bosch ingezonden, waarop het nu wachten is. Het raadslid Baart verzoek aandacht te schenken aan het naarvoren gebrachte van het raadslid Suijkerbuijk met betrekking tot het sub sidie aan Grenswachters" Hij hoopt, dat een spoedige beslissing op het subsidie-verzoek kan worden genomen. De Voorzitter antwoordt, dat hij voor het nader bekijken van het verzoek nog geen gelegenheid heeft gehad. Wethouder van de Ven stelt, dat het raadslid Baart met zijn aange boden excuus aan de'Heer Hendriks het gras voor zijn voeten heeft weggemaaid. Hij vraagt het raadslid Baart of zijn excuus ook be trekking heeft op zijn uitlatingen ten aanzien van militaire zaken Het raadslid Baart zegt, dat het alle blaam betrof. Hij deelt mede, dat de heer Hendriks over zijn gezegde ten aanzien van het verslag in het "Brabants Nieuwsblad" geweldig gebelgd tegen hem is geweest. Hij hoopt, dat het niet meer voorvalt. De Voorzitter meent, dat het verstandig is om de beraadslagingen hierover te staken. Het raadslid de Bruijn vraagt of voor de verdeling van het z.g. jeugdpotje 1962 geen termijn is te stellen. De Voorzitter deelt mede, dat tegen het einde van het financieel dienstjaar 1962 eerst uit de stukken kan worden gezien of het jeugd potje kan worden aangesproken. In de loop van de maand juni is het daarvoor de beste tijd. Hij merkt op, dat het mede een taak voor de nieuwe burgemeester wordt. Wethouder Huijbrechts zegt, dat het met een voorschot uit de geraam de subsidiepost voor de verenigingen kan worden opgelost. De Voorzitter zegt, dat het nog verschrikkelijk vaag is en er rekening is te houden met de uitgaven waarin niet is voorzien. Het raadslid de Bruijn brengt vervolgens een algemeen onderwerp ter sprake. Hij zegt,dat de plaatselijke verenigingen geen gebruik meer mogen maken van de oude kleuterschool en daar op een elegante manier zijn buitengewerktHij merkt op, dat de verenigingen er nu beroerd voor staan en daardoor ondermeer de gymnastiekafdeling van de buurtvereniging Dionysiusstraat op straat is komen te staan. De Secretaris meent, dat het met onderdak verlenen in de brandweer garage niet kan, wegens ruimte gebrek. De Voorzitter zegt, dat voor het gebruik van het theorielokaal van de brandweer is gevraagd. Het raadslid de Bruijn zegt, dat het laatste hem niet bekend was. De Voorzitter merkt op, dat ook rekening is te houden met andere ongewenste uitgewieksten. De Secretaris wijst op artikel 176 der gemeentewet. De Voorzitter deelt mede, dat het op 't ogenblik niet is te overzier en nog de vraag is of het klopt met de brandweervoorschriften. Wethouder Huijbrechts merkt op, dat het theorielokaal maar een paar dagen per week meer beschikbaar is. Het raadslid de Bruijn ziet het als een moeilijk onderwerp. Hij vraagt bijzondere aandacht aan de jeugd en de onmisbare zaalruimte te schenken, omdat het anders fout loopt. Hij verzoekt het college va van B en W om eerf ander in ernstige overweging te nemen. De Voorzitter vraagt ofl de vergadering kan instemmen met het be trachten van B en W om de ergste stoot voorlopig met het theorie lokaal op te vangen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1963 | | pagina 35