dat artikel 2 aanvulling verdient met "dan wel drie raadsleden".
Met de zienswijze van de voorzitter wordt ingestemd.
Na voorlezing van artikel 3 merkt de Voorzitter op, dat de
tijdsduur van 5 x 24 uren hem vrij lang voorkomt en tussentijds
nog stukken kunnen binnen komen die aan de agenda zijn toe te
voegen.
Bij artikel 8 merkt hij op, dat bij het handhaven van de ge
bruikelijke ter lezing legging van de notulen het voorlezen
daarvan wordt voorkomen. Hij meent, dat het laatste alleen zin
heeft met de notulen van een besloten vergadering. Hij merkt
terloops op, dat de heer Hendriks begrijpelijk nog geen gelegen
heid heeft gehad voor de samenstelling van de notulen van de
vergadering van 19 maart j.l.
Tegen het 3e lid van artikel 11 meent het raadslid de Bruijn
bedenkingen te moeten maken. Hij zegt, dat bij het voorlezen
van de notulen van de besloten vergadering dingen kunnen ont
glippen. Hij vraagt wat bezwaar er tegen is als de notulen
voor de raadsleden ter lezing worden gelegd. Hij stelt, dat het
altijd zo is geweest.
De Voorzitter zegt, dat op die manier er onbevoegden inzage van
kunnen nemen, omdat de stukken ook door burgers kunnen worden
ingezien.
Het raadslid de Bruijn merkt nogmaals op, dat de notulen altijd
bij de stukken hebben gelegen. Hij meent, dat ze ook voor in
zage en lezing aan de bevoegde ambtenaar zijn te vragen.
De Voorzitter stelt voor het 3e lid van artikel 11 te wijzigen
als volgt:
"3. Deze notulen worden alleen voor de leden op een door de
burgemeester te bepalen plaats en wijze ter lezing gelegd".
Met de wijziginggaat de vergadering akkoord.
Wethouder Huijbreahts meent, dat zo de notulen van de besloten
vergadering onttrokken worden aan de openbaarheid en er voor de
raadsleden gelegenheid voor inzage is.
Hij vraagt zich af, of het niet wenselijk is, dat van het be
handelde in een besloten vergadering aan de raadsleden geheim
houding opgelegd wordt.
De Voorzitter zegt, dat het als een discretie van de raad moet
worden gezien als geen geheimhouding wordt opgelegd.
Wethouder Huijbrechts meent, dat de geheimhouding lang kan
duren.
De Voorzitter stelt, dat de raad de geheimhouding zelf kan op
leggen en opheffen.
Het raadslid de Bruijn mist in artikel 12, 2e lid het opschort
en van de vergadering voor nader beraad ondermeer voor het
raadplegen van de fractie.
De Voorzitter zegt, dat er gelegenheid is om de orde van be
handeling te veranderen. Hij merkt op, dat er in Woensdrecht
zelfs de mogelijkheid bestaat om de vergadering 2 uur te ver
dagen. Hij meent, dat het zonder gevaar als een motie van orde
is te stellen.
De Secretaris deelt mede, dat het reglement nu veel verder gaat
en de raad zelf beslist over de punten en de orde hoe die worden
afgehandeld.
Het raadslid de Bruijn zegt al meermalen in de pers te hebben
gelezen, dat een raadsvergadering werd onderbroken voor het
geven van gelegenheid voor nader beraad in de fractie.
De Voorzitter deelt nogmaals mede, dat het zonder gevaar bij
motie van orde kan. Hij stelt voor in lid 2 van artikel 13 na
het woord sluiting" of verdaging" in te voegen. De vergadering
gaat daarmee akkoord.
Tevens wordt in het 2e lid van artikel 15 het woord "voorstel"
vervangen door "onderwerp".
Naar aanleiding van het gestelde in artikel 18, vraagt het
raadslid Suijkerbuijk of de burgemeester raadslid kan zijn.
De Voorzitter antwoordt dat het kan, als hij gekozen wordt.
3