e) Schrijven van het gemeentebestuur van Roosendaal en Rispen
van 28 november 1962 nr. 1/10.463, houdende mededeling van
goedkeuring en publicatie der gemeenschappelijke regeling
inzake mytylonderwijs en overlegging kostenramingen 1962 en
1963;
f) Besluiten van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 13
november 1962 G.nrs. 41426 en 41427, houdende goedkeuring
van de 11e begrotingswijziging 1962 en de 1e wijziging be
groting woningbedrijf 1962;
g) Schrijven besturen van de Bond voor Mobilisatie-Invaliden enz
van november 1962, houdende verzoek om bijdrage in de kosten
bouw Monument van Eerbied en Dankbaarheid;
De Voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is. Hij stelt
voor om alle behandelde ingekomen stukken voor kennisgeving
aan te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de vergadering met het
voorstel akkosrd.
iSchrijven van de edelachtbare heer J.I.Stuij, houdende ver-
zoek om ontslag als ambtenaar van de burgerlijke stand en
als voorzitter van het burgerlijk armbestuur per 1 januari
1963 in verband met zijn benoeming tot burgemeester der ge
meente Oeffeit.
Naar aanleiding van punt i van de ingekomen stukken stelt
de Voorzitter voor aan de heer J.I.Stuij, overeenkomstig zijn
verzoek per 1 januari 1963, op de meest eervolle wijze ont
slag te verlenen als ambtenaar van de burgerlijke stand en
als voorzitter van het burgerlijk armbestuur van deze gemeen
te.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen
overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter besloten.
Motie Buurmalsen.
De Voorzitter deelt mede, dat dit niet op de agenda ver
melde ingekomen stuk een motie betreft van de raad der ge
meente Buurmalsen inzake de kosten van verpleging van
geesteszieken en van landurige verpleging behoevende overige
zieken, die geheel en onverkort voor 's Rijks rekening dienen
te komen.
Verzocht wordt om aan de motie adhesie te betuigen. Hij merkt
op, dat bedoelde kosten nogal wat vergen van het gemeente
budget. Voor Putte zijn de lasten niet enorm hoog. Hij meent,
dat de plaatsing van ingezetenen in bedoelde inrichtingen
of verpleeghuizen in handen van het gemeentebestuur dient te
blijven, wat als het Rijk de kosten ten volle voor haar
rekening neemt groot gevaar loopt. Hij merkt op, dat voor
kleine gemeenten onverwachte plaatsingen de begroting wel
wat in de war kunnen sturen. Met een strekking, dat bedoelde
kosten voor een groter gedeelte ten laste van het Rijk
dienen te worden genomen kan men het volgens hem eens zijn.
Hij acht het gestelde in de motie iets te veel. Hij vraagt
of de vergadering er in die zin akkoord mee kan gaan. Zonder
hoofdelijke stemming betuigen de raadsleden hun instemming
met de zienswijze van de Voorzitter.
h) Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 2
januari 1963 G.nr.42010, betreffende verdeling woning
contingent 1963."
De Voorzitter deelt mede, dat aan Putte voor 1963 twee